Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

B&G ZEUS Touch Gebruikershandleiding pagina 43

Inhoudsopgave

Advertenties

 NB:
42 |
De in te stellen te sturen koers (course to steer, CTS) en windhoek worden ontleend aan de
kompaskoers en de windtransducer op het moment dat de WIND modus wordt geselecteerd.
Vanaf dat punt past de stuurautomaat de koers indien nodig aan om de gewenste windhoek
te handhaven, omdat de windrichting kan veranderen.
Overstag
de overstag functie is alleen beschikbaar als het systeem op het boot type ZEIL is in-
gesteld.
Overstag gaan moet alleen in de wind worden uitgevoerd en op kalm water met lichte
wind worden uitgeprobeerd, om te bepalen hoe het werkt op uw boot. Vanwege de zeer
uiteenlopende eigenschappen van vaartuigen (van cruisers tot en met wedstrijdjachten)
kunnen de prestaties van de overstag functie van boot tot boot verschillen.
U kunt de overstag functie vanuit de AUTO en de WIND stand activeren.
In beide werkstanden kunt u de overstag functie onderbreken, zolang het overstag
dialoogvenster geopend is, door de tegengestelde overstag richting te selecteren. Bij
onderbreking keert de boot terug naar de vorige ingestelde koers.
Overstag gaan in Auto stand
Overstag gaan in de AUTO stand gaat
anders dan in de WIND stand. In de AUTO
stand is de overstaghoek vast, zoals
ingesteld door de gebruiker.
Als de overstagrichting wordt
geselecteerd, verandert de stuurautomaat
de ingestelde koers aan de hand van de
ingestelde vaste overstaghoek.
Overstag gaan in Wind stand
Overstag gaan in de WIND stand kan anders dan in de AUTO stand plaatsvinden bij zeilen met
schijnbare of ware wind als referentie. De ware windhoek moet kleiner dan 90 graden zijn.
De wendsnelheid bij het overstag gaan wordt bepaald door de overstag tijd, gedefi nieerd in
de zeilparameters (zie bovenstaande tekening). De overstag tijd wordt ook bepaald door de
vaarsnelheid van de boot, om verlies van snelheid tijdens het overstag gaan te voorkomen.
Wanneer u de overstag start, zal de stuurautomaat de ingestelde windhoek direct naar het
andere boord spiegelen.
Gijpen
Gijpen is mogelijk als de ware windhoek groter dan 120° is.
De tijd om een gijp te maken wordt bepaald door de snelheid van de boot, zodat die zo snel
mogelijk en op een gecontroleerde manier kan plaatsvinden.
Overstag en gijp voorkomen
U moet de stuurautomaat met de nodige voorzichtigheid gebruiken bij beating and running.
Als de zeilen ongebalanceerd zijn bij beating, kunnen dwarskrachten van de zeilen de boot in
de wind drijven. Als de boot voorbij de ingestelde minimum windhoek wordt gedreven, zal
de stuwing van de zeilen plotseling verdwijnen en de bootsnelheid verminderen. De boot
wordt dan moeilijker te sturen, omdat het roer minder eff ectief is.
De overstag preventiefunctie in de WIND stand is ontwikkeld om dergelijke situaties te
voorkomen. Hij reageert direct wanneer de schijnbare windhoek 5° minder wordt dan de
ingestelde minimum windhoek en er wordt meer roer gegeven.
Gebruik van de stuurautomaat |
Zeus Touch Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave