Zeilparameters
NB:
de zeilparameter instellingen zijn alleen beschikbaar als het type boot op Zeil is ingesteld.
Overstag tijd
Bij overstag gaan in WIND stand kan de wendsnelheid (overstag tijd) worden ingesteld. Dit
geeft solozeilers de tijd om bij overstag gaan de boot en zeilen te hanteren.
Een wending uitgevoerd zonder de windzijde te veranderen zal ook bij een gecontroleerde
wendsnelheid plaatsvinden.
Instelbereik
Verandering per stap
2 - 50
1
Overstag hoek
Deze waarde wordt gebruikt om de koerswijziging die wordt gebruikt voor overstag gaan
in AUTO stand in te stellen. Wanneer de bak- en stuurboord indicators in de stuurautomaat
pop-up worden ingedrukt, wordt de koers met deze waarde gewijzigd.
Instelbereik
Verandering per stap
50 - 150
1
Wind functie
Als de Wind functie op AUTO staat, selecteert de stuurautomaat automatisch besturing op
schijnbare of ware wind. AUTO is standaard en aanbevolen voor kruisen.
Wanneer de boot afkruist, zal hij ook planeren op de golven. Dit kan aanzienlijke
veranderingen van de bootsnelheid veroorzaken en daardoor ook veranderingen in de
schijnbare windhoek. Ware wind besturing wordt daarom gebruikt bij afkruisen, terwijl sturen
op schijnbare wind wordt gebruikt bij opkruisen of halfwindse koersen.
Schijnbare wind besturing wordt aanbevolen als u een maximale bootsnelheid wilt bereiken.
De stuurautomaat probeert dan een constante schijnbare windhoek te handhaven, om een
maximale stuwkracht bij een gegeven stand van de zeilen te bereiken.
Bij zeilen in binnenwateren kan de schijnbare windhoek tijdelijk veranderen door windvlagen.
In dat geval kan zeilen op ware wind de voorkeur hebbben.
VVMG optimaliseren
U kunt de VMG windwaarts optimaliseren. Indien geselecteerd, is deze functie actief
gedurende 5–10 minuten nadat een nieuwe windhoek is ingesteld en alleen bij opkruisen.
Layline sturen
Layline besturing is praktisch bij navigeren. De koersafwijking (XTE) van de navigator houdt
de boot op de stuurlijn. Als de XTE van de navigator groter dan 0,15 nm wordt, berekent de
stuurautomaat de layline en stuurlijn naar het waypoint.
Reactie
Standaard schakelt het systeeem tussen de hoog/laag parametersets ingesteld op basis van
snelheid (motorboten) of snelheid en wind (zeilboten). U kunt echter handmatig selecteren
welke parameterset zal worden gebruikt.
Hoog of Laag moet worden geselecteerd als er geen snelheid invoer beschikbaar is.
U kunt beide (hoog en laag) parametersets handmatig fi jn afstellen. Niveau 4 is standaard,
met parameterwaarden zoals ingesteld door de Autotune functie. Als er geen Autotune wordt
uitgevoerd (niet aanbevolen) zijn de niveau 4 waarden de standaard fabrieksinstellingen.
Bij een laag reactieniveau is de roeractiviteit lager en de besturing "losser".
Een hoog reactieniveau geeft meer roeractiviteit en een "strakkere" besturing. Bij een te hoog
reactieniveau gaat de boot slingeren.
Gebruik van de stuurautomaat |
Standaard
12
Standaard
100
Zeus Touch Gebruikershandleiding
Eenheid
seconden
Eenheid
°
| 45