Met de functie Eenvoudig afdrukken kunt u een andere opname afdrukken met
dezelfde instellingen. Selecteer de opname en druk op de blauw opgelichte knop
l
<
>. Bij Eenvoudig afdrukken is het aantal exemplaren altijd 1. (U kunt het aantal
kopieën niet instellen.) Ook worden bijsnijdbewerkingen (pag. 161) niet toegepast.
Bij de instelling [Standaard] voor afdrukeffecten en andere opties worden de
standaardinstellingen van de printer gebruikt zoals deze zijn ingesteld door de fabrikant.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor de [Standaard]-instellingen.
Afhankelijk van de bestandsgrootte en de opnamekwaliteit, kan het even
duren voordat het afdrukken begint nadat u [Print] hebt geselecteerd.
Als kantelcorrectie (pag. 161) op de opname is toegepast, duurt het
langer voordat de opname wordt afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt beëindigen, drukt u op <
weergegeven. Vervolgens selecteert u [OK].
Stel het afdrukken van de datum
5
en het bestandsnummer in.
Stel deze naar wens in.
Selecteer <
op <0>.
Kies de gewenste instelling en druk
vervolgens op <0>.
Stel het aantal exemplaren in.
6
Stel deze naar wens in.
Selecteer [
op <0>.
Stel het aantal exemplaren in en druk
vervolgens op <0>.
Begin met afdrukken.
7
Selecteer [Print] en druk vervolgens
op <0>.
Het blauwe lampje van de knop
<l> knippert en het afdrukken
wordt gestart.
wAfdrukken
> en druk vervolgens
I
] en druk vervolgens
R
0
> terwijl [Stop] wordt
159