Basisbewerkingen
Het hoofdinstelwiel gebruiken om te selecteren
6
De multifunctionele knop gebruiken
9
36
Druk op een knop en draai aan
(1)
het instelwiel <6>.
Wanneer u een knop indrukt, blijft de functie zes
seconden lang (9) geselecteerd. Tijdens
deze zes seconden kunt u de gewenste
instelling maken met het instelwiel <6>.
Wanneer de functie niet meer actief is of als u
de ontspanknop half indrukt, is de camera klaar
om een opname te maken.
Gebruik dit instelwiel om de meetmethode,
AF-modus, ISO-waarde, het AF-punt,
enzoort te selecteren of in te stellen.
(2)
Draai alleen aan het instelwiel <6>.
Draai terwijl u in de zoeker of op het LCD-
paneel kijkt aan het instelwiel <6> om
de gewenste instelling te selecteren.
Gebruik dit instelwiel om de sluitertijd,
het diafragma, enzovoort in te stellen.
De knop <
9
acht richtingen en een knop in het midden.
U kunt deze knop gebruiken om het
AF-punt te selecteren, de witbalans te
corrigeren, het AF-punt of
vergrotingskader te verplaatsen
tijdens Live view-opnamen, de
weergegeven opname te schuiven in
de vergrote weergave, het scherm
Snel instellen te bedienen, enzovoort.
U kunt er ook menuopties mee
selecteren (met uitzondering van [3
Wis beelden] en [5 Formatteren]).
> bestaat uit een toets met