C.Fn I -5
De volgorde van de opnamereeks voor AEB en WB-BKT kan worden
gewijzigd.
0: 0, -, +
1: -, 0, +
AEB
0 : standaardbelichting 0 : standaardwitbalans
- : verminderde belichting - : meer blauw
+ : verhoogde belichting + : meer amber
C.Fn I -6
0: Uitschakelen
1: Inschakelen (Tv/Av)
Dit werkt in de modi AE-sluiterprioriteit (s) en AE-diafragmaprioriteit
(f). Als de helderheid van het onderwerp grote verschillen vertoont
en automatisch geen goede belichting kan worden verkregen, schakelt
de camera voor een goede belichting automatisch over naar een andere
belichtingsinstelling.
C.Fn I -7
0: Automatisch
1: 1/200-1/60 sec. auto
Wanneer de flitser wordt gebruikt met automatische belichting
met diafragmaprioriteit (f), voorkomt u dat onder slechte
lichtomstandigheden een lage flitssynchronisatiesnelheid wordt
gebruikt. Effectief voor het voorkomen van onscherpe opnamen.
Het enige probleem is dat de achtergrond donker wordt, terwijl
het onderwerp goed wordt belicht door de flitser.
2: 1/200 sec. (vast)
De flitssynchronisatiesnelheid wordt vast ingesteld op 1/200 sec.
Hiermee kunt u onscherpe opnamen beter voorkomen dan met
instelling 1. De achtergrond wordt echter wel donkerder dan met
instelling 1.
Bracketing volgorde
Reeksopnamen op basis van witbalans
Richting b/a
Veiligheidsshift
Flits sync. snelheid AV mode
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
0 : standaardwitbalans
- : meer magenta
+ : meer groen
Richting m/g
175