Basisbeginselen
4.8 Transport
LET op
Onjuist gebruik van fietsdragers.
risico op beschadigingen!
• Gebruik uitsluitend goedgekeurde fietsdragers waarmee
de fiets recht kan worden getransporteerd.
• Laat u door een erkende fietsspecialist adviseren over
het gebruik van fietsendragers.
• Zorg ervoor dat de fiets niet kan wegglijden of van de
fietsdrager af kan vallen.
Afhankelijk van het model wordt een transportbeveiliging voor alle
schijfremmen meegeleverd.
•
Vraag uw fietsspecialist om uitleg over het gebruik van de
transportbeveiliging.
•
Bij het transport van de fiets dient u de transportbeveiliging te
gebruiken.
•
Vervoer de fiets altijd rechtop.
4.9 Voor het begin van de rit
WaarscHuWinG
Onverwacht gedrag van de fiets.
risico op ongevallen en verwondingen!
• Oefen het remmen en schakelen op een rustige plek,
ver weg van het normale wegverkeer.
• Neem met uw fiets pas deel aan het wegverkeer als u
uw fiets kent en vertrouwd bent met de bediening ervan.
WaarscHuWinG
Na de eerste afgelegde kilometers kunnen kabels en spa-
ken langer worden of schroefverbindingen los komen te
zitten. De werking van sommige fietsonderdelen kan ver-
stoord raken, bijvoorbeeld in de vorm van niet werkende
remmen.
risico op ongevallen en verwondingen!
• Laat de fiets na de eerste 200 km nakijken door een
erkend fietsspecialist.
22