Verlichting
6.3.1 Verticale instelling
•
Controleer of de houder verticaal op één lijn met de buitenbal-
hoofdbuis loopt als u de houder van voren bekijkt.
1
Afb. Instelschroef
1 Stuurstang
2 Schroef
2
3
3 Houder
6.3.2 Horizontale instelling
1. Controleer of de koplamp verticaal is ingesteld.
2. Draai schroef 2 van de houder tegen de wijzers van de klok
in zo ver los tot de koplamp met een lichte weerstand naar
voren of naar achteren kan worden gekanteld.
3. Schakel de koplamp in.
4. Stel de koplamp zodanig in dat de lichtkegel op een afstand
van 5 m van de koplamp slechts nog half zo hoog ligt als bij
de uitloop ervan (zie afb. "Lichtbereik").
5. Draai schroef 2 voorzichtig met de klok mee vast.
Afb. Lichtbereik
5 m
100 %
50 %
45