Inhoudsopgave
Advertenties
Overige componenten
9 overige componenten
9.1 stuur
9.1.1 Basisbeginselen
Het stuur is een van de contactgebieden tussen de berijder en de
fiets. Het stuur heeft een belangrijke functie bij het besturen van de
fiets en bij het bedienen van andere elementen zoals de remarm.
1. Grijp het stuur aan beide grepen vast, beweeg het op en neer
en kantel het.
2. Zet het voorwiel vast, zodat het niet zijlings kan draaien, bijv.
in een fietsenrek. Grijp het stuur met beide handen vast en
ga na of het stuur niet tegen het voorwiel kan worden ver-
draaid.
• Als u bij het op en neer bewegen, bij het kantelen of ver-
draaien van het stuur een speling vaststelt aan de stuurbuis
of het stuur, dan moet u het stuur door uw fietsspecialist laten
instellen.
•
Ga na of het stuur en de stuurpen geen vervormingen of bar-
sten vertonen.
• Wanneer het stuur of de stuurpen barsten of vervormingen
vertonen, richt u dan meteen tot uw dealer.
9.1.2 Bediening
Houd beide handen aan het stuur en let op dat de handgrepen niet
knikken. Zorg dat u comfortabel zit.
VoorzicHTiG
Beknelde ledematen.
Letselgevaar!
• Open en sluit de snelspanner langzaam en voorzichtig.
9.1.3 instellingen
9.1.3.1 stuurhoogte
VoorzicHTiG
Beknelde ledematen.
Letselgevaar!
• Open en sluit de snelspanner langzaam en voorzichtig.
1. Houd het stuur vast en klap de snelspanner naar buiten om
(zie afb. "Bedieningselementen van de Speedlifter").
2. Trek het stuur omhoog of laat het zakken om de hoogte in te
stellen.
• Stel de stuurhoogte zodanig in dat u over een gemakkelijke
zitpositie beschikt en dat u alle onderdelen op het stuur
tijdens de rit goed kunt bedienen.
68
Advertenties
Inhoudsopgave
