3 Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling
Als [Alles even veel] wordt geselecteerd, is afzonderlijke aanpassing van de automatische
scherpstelling niet mogelijk voor de groothoekstand en telestand van zoomlenzen.
Maak de aanpassing.
4
Stel de mate van aanpassing in. Het
instelbare bereik is ±20 stappen.
Door een instelling in de richting van '-:
te kiezen, brengt u het scherpstelpunt
meer naar voren ten opzichte van het
standaard scherpstelpunt.
Door een instelling in de richting van '+:
te kiezen, brengt u het scherpstelpunt meer
naar achteren ten opzichte van het
standaard scherpstelpunt.
Druk na het doorvoeren van de
aanpassing op <0>.
Selecteer [Alles even veel] en druk
vervolgens op <0>.
Controleer het resultaat van de aanpassing.
5
Maak een opname en geef deze weer
(pag. 344) om het resultaat van de
aanpassing te controleren.
Wanneer de resulterende opname
wordt scherpgesteld vóór het gewenste
punt, maakt u de aanpassing naar de
'+:
'-richting. Wanneer wordt
scherpgesteld achter het gewenste
punt, maakt u de aanpassing naar de
'-:
'-richting.
Voer de aanpassing indien nodig nogmaals uit.
'
'
139