De opnamekwaliteit instellen
Het menuscherm gebruiken om het beeldformaat in te
stellen
Standaard/Auto. kaartwissel/
Opsl. nr meerdere
Apart opslaan
156
Selecteer [Beeldtype/f.].
1
Selecteer op het tabblad [z2]
[Beeldtype/f.] en druk vervolgens op
<0>.
Stel het beeldformaat in.
2
Draai aan het instelwiel <6> om
een RAW-beeldformaat te selecteren.
Draai aan het instelwiel <5> om een
JPEG-beeldformaat te selecteren.
In het scherm geeft het getal '***M
(Megapixel) **** x ****' het aantal
opgeslagen pixels aan. [****] staat
voor het aantal mogelijke opnamen
(maximaal 9999).
Druk op <0> om de instelling vast te
leggen.
Als onder [51: Opn.functie+kaart/
map sel.] de optie [Opn. functie] is
ingesteld op [Apart opslaan],
selecteert u CF-kaart [f] of CFast-
kaart [g] en drukt u op <0>.
Selecteer het gewenste beeldformaat
en druk op <0>.