Tracks bewerken • Basisprocedure voor trackbewerking
Hier zijn enkele manieren waarop u deze
bewerkingsopdrachten kunt gebruiken.
1 Ongewenste gedeelten wissen
U kunt de ERASE-opdracht gebruiken om een bepaald
gedeelte van een bepaalde track te wissen. Dit voorziet
bijvoorbeeld in een makkelijke manier om een paar
verkeerde noten van een spel te wissen of om ruis te
elimineren die zich voordeed op het moment dat een
instrument niet bespeeld werd.
B De structuur van de tracks wijzigen
U kunt de EXCHANGE-opdracht gebruiken om een hele
track uit te wisselen met een andere track. Door deze
opdracht te gebruiken kunt u tracks met ver uit elkaar
liggende tracknummers dichter bij elkaar brengen om zo
het afmixen te vergemakkelijken. U kunt de COPY- of
MOVE-opdracht gebruiken om het opgegeven gedeelte
van een track te kopiëren/verplaatsen naar een andere
track. Dit is handig als u een solopartij op twee of meer
virtuele tracks hebt opgenomen en de beste parts op een
enkele track wilt samenbrengen.
Hier is de basisprocedure voor het gebruik van een trackbewerkingsopdracht. De procedure is in
principe hetzelfde voor alle trackbewerkingsopdrachten.
I Selecteer de bewerkingsopdracht
1
Roep de Edit-pagina van het EDIT-scherm
15
op door het vereiste aantal keren op de
[EDIT]-toets in de Work Navigate-sectie te
drukken, of door eerst op de [EDIT]-toets en
vervolgens op [F1] te drukken.
Dit scherm toont de volgende informatie.
A
C
136
AW2400 Gebruikershandleiding
Basisprocedure voor trackbewerking
B
D
C De structuur van de song wijzigen
U kunt de DELETE- of COPY-opdracht gebruiken om
complete tracks te wissen/kopiëren, waardoor de structuur
van de song zelf veranderd wordt. Zelfs nadat alle parts
van de song zijn opgenomen, kunt u deze methode
gebruiken om de lengte van de song aan te passen, door
bijvoorbeeld het aantal maten terug te brengen of het
aantal refreinen te verhogen.
D Speciale effecten creëren
U kunt bewerkingsopdrachten ook gebruiken om speciale
effecten te creëren. U kunt bijvoorbeeld een gitaar- of
vocale solopartij kopiëren naar een andere track en de
PITCH CHANGE-opdracht gebruiken om één van deze
tracks licht te ontstemmen voor het creëren van een
choruseffect zonder de interne effectprocessor te
gebruiken. Door de PITCH CHANGE-opdracht toe te
passen op een drumtrack om de toonhoogte te verlagen,
kunt u een uniek lo-fi-effect creëren.
1 Bewerkingsopdracht
Geeft de geselecteerde bewerkingsopdracht aan.
B Locatiepunt/markering
Geeft ongeveer de locatie van de momenteel
ingestelde locatiepunten en markeringen aan. Geeft
ook aan of de huidige track van elke track opgenomen
data bevat.
C Parameters
Stelt verscheidene parameters (tracknummer, nummer
van virtuele track, bewerkingsgedeelte, enz.) in om de
opdracht te kunnen uitvoeren. De parametertypen en
de instellingsbereiken hangen af van de opdracht die
wordt geselecteerd.
D EXECUTE-knop
Verplaats de cursor naar deze knop en druk op de
[ENTER]-toets om de bewerkingsopdracht uit te
voeren.
2
Verplaats de cursor naar het
bewerkingsopdrachtveld, gebruik de
[DATA/JOG]-draaiknop of de [INC]/[DEC]-
toetsen om een bewerkingsopdracht te
selecteren, en druk op de [ENTER]-toets.
De weergegeven pagina-inhoud hangt af van de
bewerkingsopdracht die u hebt geselecteerd.