Inhoudsopgave
Advertenties
Naar een specifieke locatie gaan • Locatiepunt gebruiken
G Gebruik de [LOCATE]-toetsen.
U kunt het locatiepunt ook rechtstreeks numeriek
opgeven met behulp van de [LOCATE]-toetsen 1-9.
Verplaats de cursor naar het maat- of telveld, en
gebruik de [LOCATE]-toetsen 1-9 om het locatiepunt
numeriek op te geven.
Gebruik de '.'-toets om de cursor snel te verplaatsen
tussen het maat- en het telveld.
'Locatiepunten' kunnen in een song worden opgegeven voor het uitvoeren van functies zoals
automatische punch-in/out en A-B Repeat. U kunt deze functie gebruiken om te 'lokaliseren' (een
andere locatie in de song te kiezen) naar een van deze punten door slechts op één enkele toets
te drukken. Op de AW2400 kunt u de volgende locatiepunten gebruiken.
9
G In-/Outpunten
Deze locatiepunten worden gebruikt om het gebied voor
de automatische punch-in/out op te geven (¡ p. 70).
Normaal gesproken worden het begin- en het eindpunt van
de laatst gemaakte opname automatisch als In- en Outpunt
ingesteld. U kunt echter deze punten desgewenst wijzigen.
G A/B-punten
Deze locatiepunten worden gebruikt om het gebied voor
de A-B Repeat-functie aan te geven (¡ p. 93). Het A-punt
en B-punt kunnen op elk willekeurig punt in een song
worden ingesteld met een druk op een toets of een
handeling in het scherm.
G Quick Locator-punten
De [LOCATE]-toetsen 1-9 in de Locatie/cijfer-sectie
kunnen worden toegewezen aan specifieke locaties in een
song, zodat u rechtstreeks naar de toegewezen locaties
kunt gaan door gewoon op de overeenkomstige
[LOCATE]-toetsen te drukken.
G Start-/eindpunten
Deze locatiepunten komen normaal gesproken overeen
met het begin en het einde van de song. Als u een nieuwe
song creëert, wordt het startpunt in eerste instantie
ingesteld op de absolute tijd 00:00:00,000. Als u opneemt,
wordt het einde van de song automatisch ingesteld als het
eindpunt. Als u opneemt voorbij het eerder ingestelde
eindpunt, wordt het eindpunt automatisch verplaatst naar
het nieuwe eindpunt van de song.
Als u SECOND of TIME CODE als tellerweergaveformat
selecteert, wordt het startpunt het bronpunt (het 'nulpunt')
voor de tijd en tijdcode die worden getoond. Als u het
startpunt wijzigt, verandert de weergave dus
dienovereenkomstig, afhankelijk van het
tellerweergaveformat.
88
AW2400 Gebruikershandleiding
3
Nadat u het locatiepunt hebt opgegeven,
drukt u op de [ENTER]-toets.
Zolang de cursor zich niet op de CANCEL-knop
bevindt, wordt de verplaatsing naar de opgegeven
locatie uitgevoerd wanneer u op de [ENTER]-toets
drukt. Als u de cursor naar de CANCEL-knop
verplaatst en op de [ENTER]-toets drukt, wordt de
locatie niet gewijzigd en wordt het popupvenster
gesloten.
Locatiepunt gebruiken
Startpunt
weergaveformat
TIME CODE
Startpunt
weergaveformat
TIME CODE
TIP
• Als u een audio-cd creëert, kunnen de start- en eindpunten
worden gebruikt om het gedeelte van de stereotrack aan te geven
dat naar de audio-cd wordt geschreven ( ¡ p. 214).
• Als de AW2400 MTC naar een extern apparaat verstuurt, wordt
het startpunt het bronpunt (het 'nulpunt') van de tijdcode die wordt
gegenereerd. Het startpunt wordt ook het bronpunt (maat 1, tel 1)
voor de maten die in de teller worden getoond.
G Relatief nulpunt
Dit locatiepunt slaat de relatieve nulpositie op. U gaat u
naar deze locatie als u op de RTZ-toets [
Transport-sectie drukt. In eerste instantie is het relatieve
nulpunt hetzelfde als de absolute tijd 00:00:00,000, maar
u kunt dit desgewenst wijzigen met behulp van de
paneelregelaars of een handeling in het scherm.
Als u RELATIVE als het tellerweergaveformat selecteert,
wordt de huidige locatie getoond met het relatieve nulpunt
als 0.
= 00:00:00:00.00
Teller-
ABS
00:00:00:00.00
00:00:05:00.00
SECOND
00:00:00:00.00
00:00:05:00.00
00:00:00:00.00
00:00:05:00.00
S
05
= 00:00:
:00.00
Teller-
ABS
00:00:00:00.00
00:00:05:00.00
SECOND
–00:00:05:00.00
00:00:00:00.00
23:59:55:00.00
00:00:00:00.00
S
00:00:10:00.00
00:00:10:00.00
00:00:10:00.00
00:00:10:00.00
00:00:05:00.00
00:00:05:00.00
] in de
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
