De AW2400 biedt gate- en compressiefuncties voor dynamische bewerking. In dit gedeelte wordt
de werking van de gate en van de compressor apart beschreven.
De gates gebruiken
De gate verzwakt signalen onder een bepaald
thresholdniveau en kan worden gebruikt om ruis te
elimineren in stille secties van een track. Gates zijn alleen
beschikbaar op ingangskanalen.
1
Gebruik de Layer-sectietoetsen, de [INPUT
SEL]-toetsen en de [SEL]-toetsen om het
kanaal te selecteren waarop u de gate wilt
toepassen.
2
Druk op de [DYN]-toets in de Selected
Channel-sectie zodat het lampje van de
toets gaat branden. Druk vervolgens op
Selected Channel-knop 1, 2, 3 of 4.
Het DYNAMICS-scherm verschijnt.
3
Druk op de [F1]-toets in de displaysectie, of
druk het vereiste aantal keren op de [DYN]-
toets om de Gate Edit-pagina weer te
geven.
A
C
B
De Gate Edit-pagina bevat de volgende items.
1 GATE ON/OFF-knop
Druk op deze knop om de gate in/uit te schakelen.
B STEREO LINK-knop
Activeer deze knop om de gatewerking in te schakelen
voor gepaarde kanalen.
OPMERKING
• De gatewerking kan alleen worden ingeschakeld voor
aangrenzende oneven/even genummerde kanalen die
kunnen worden gepaard.
Dynamische bewerking
D
E
F
G
H
C KEYIN SOURCE-veld
Selecteer een van de volgende triggerbronnen voor de
gate:
• SELF-knop ......Met deze knop kiest u het signaal
van het geselecteerde kanaal.
• CHANNEL-knop
............Met deze knop kiest u het signaal
van het kanaal dat is opgegeven in
het vak onder de knop (CH1-
CH16). Nadat u een kanaal hebt
geselecteerd in het kanaalvak,
drukt u op de [ENTER]-toets om de
selectie te bevestigen.
• AUX-knop........Met deze knop kiest u het signaal
van de AUX-zend die is opgegeven
in het vak onder de knop (AUX1-
AUX4). Nadat u een AUX-zend
hebt geselecteerd in het vak, drukt
u op de [ENTER]-toets om de
selectie te bevestigen.
D Responscurve
Deze grafiek geeft een benaderende weergave van de
respons van de gate-instellingen. De horizontale as
van de grafiek is het ingangsniveau en de verticale as
is het uitgangsniveau.
E TYPE
Geeft het geselecteerde gatetype aan. De getoonde
indicatie heeft de volgende betekenis.
• GATE ...............Gate
• DUCKING ........Ducking
TIP
• U kunt het gatetype niet op deze pagina wijzigen. Als u een
ander gatetype wilt gebruiken, moet u een
bibliotheekinstelling terugroepen die het gewenste type
gebruikt. Zie 'Bibliotheekhandeling EQ/dynamische
processor' op pagina 154 voor details over het terugroepen
van bibliotheekinstellingen voor de gate.
F GR (Gain Reduction)
Geeft de hoeveelheid versterkingsreductie aan die
door de gateprocessor wordt teweeggebracht over een
bereik van -18 dB tot 0 dB.
G Uitgangsmeter
Geeft het niveau van het signaal aan nadat het de
gateprocessor is gepasseerd.
H PARAMETER
Hier kunt u de parameters van de gateprocessor
bewerken. Het type parameters en hun bereik
verschilt, afhankelijk van het gatetype. Zie de
appendix voor details over de parametertypen en hun
functie.
AW2400 Gebruikershandleiding
Dynamische bewerking
16
151