Sluiten van het ventiel
Het sluiten vindt in omgekeerde volgorde plaats, d.w.z. eerst wordt de bovenste
ventielschotelpakking geplaatst, waarna de onderste ventielschotel de middelste
pakking verlaat en de onderste schotel afsluit. Met de neergaande beweging van
de ventielstangen wordt de extra schotel weer geopend.
3.2.2
Aandrijvingsfunctie
De aandrijving is veersluitend (Z) Het ventiel is in de ruststand gesloten.
Herkenningssignaal bij stuurkop T.VIS na afgeronde installatie (SET-UP):
•
•
Afb.7
3.2.3
Afsluitfunctie met lekkagebeveiliging
Afb.8
De bovenste en onderste ventielbehuizing worden afgesloten door een
ventielzitting. De holle ruimte tussen de twee ventielschotels is via de in de
onderste ventielstang geïntegreerde afvoerbuis (3) verbonden met de
430BAL008451NL_2
07.11.2018
Permanent licht (1) groen: Ventiel in ruststand
Permanent licht (1) geel: Ventiel in eindstand (aangestuurde positie)
Beschrijving
Beschrijving van de werking
23