9.1.3
Reiniging van de lekkageruimte
Bij ventielen met dubbele zitting zonder liftaandrijving wordt de lekkageruimte
gereinigd met behulp van een spuitmond in de dubbele schotel, die wordt
aangesloten op een ventielzittingsreinigingsleiding.
Ook hier kunnen alleen algemene aanbevelingen worden gedaan over het aantal
en de duur van de spuitreinigingen, want afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden, zoals het soort product, temperaturen, reinigingsmiddelen,
reinigingsintervallen etc. kunnen langere of frequentere sproeireinigingen nodig
zijn.
Wij bevelen aan de reinigingsomstandigheden in de installatie vast te stellen met
een testprocedure, zodat reinigingsmiddel kan worden bespaard. Om de reiniging
van de zittingen te optimaliseren, dient daarbij af en toe te worden gecontroleerd
of de ventielzittingen na een reiniging schoon zijn.
Alle voor de reiniging van ventielen aangebrachte systemen moeten regelmatig
worden gebruikt om een optimaal reinigingsresultaat te waarborgen en mogelijke
beschadiging van het ventiel te voorkomen.
Ventielen met dubbele zitting met sproei-inrichting
Met de spuitreiniging wordt de lekkageruimte gereinigd, terwijl in beide leidingen
product kan stromen. De reiniging vindt plaats door middel van een spuitmond
die de CIP-vloeistof door de hele lekkageruimte verdeelt. Hierbij worden echter
de afdichtoppervlakken van de ventielschotelpakkingen niet gereinigd.
Dit type reiniging van de lekkageruimte wordt vaak toegepast bij vloeibare,
gemakkelijk uitspoelbare media die zich niet aan de pakkingoppervlakken
hechten of eventueel uitkristalliseren.
Technische gegevens van de spuitreiniging
De bedrijfsdruk van de reinigingsvloeistof moet 2,5 ± 0,5 bar (35,6 ± 7 psi)
bedragen en de bedrijfstemperatuur max. 135 °C (275 °F).
De duur van het hele wasproces is afhankelijk van het soort verontreiniging en
ligt over het algemeen tussen 10 en 90 seconden.
Afhankelijk van het reinigingsproces (medium, concentratie, temperatuur en
contacttijden) worden de pakkingen meer of minder aangetast. Dit kan tot
beperking van de werking en de levensduur leiden.
9.2
Passivering
Voor inbedrijfstelling van een installatie wordt meestal bij lange pijpleidingen en
tanks een passivering uitgevoerd.
Ventielblokken zijn daar gewoonlijk van uitgesloten. Deze vindt gewoonlijk plaats
met salpeterzuur (HNO
contactduur van 6 tot 8 uur.
430BAL008451NL_2
07.11.2018
) bij ca. 80 °C (176 °F), een concentratie van 3% en een
3
Reiniging
Passivering
41