Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling
7.2 Motor in bedrijf nemen
• Als de aanloopstroom van de Υ‑fase uitgedempt is, schakel dan bij Υ / Δ‑aanloop over van ster
naar driehoek.
• Controleer de bevestiging van de elektrische aansluitingen.
• Controleer alle maatregelen tegen het aanraken van bewegende en spanningvoerende
onderdelen.
• Controleer de aansluiting en instelling van de bewakingsinrichtingen.
• Controleer de koelmiddeltemperatuur.
• Controleer de aanwezige additionele inrichtingen.
• Controleer of de luchtinlaatopeningen en koeloppervlakken schoon zijn.
• Controleer de afstanden van de transmissiemotor tot naburige onderdelen, meer info in het
hoofdstuk Plaatsingsvoorwaarden voor de motor (Pagina 68).
• Breng een geschikte aardaansluiting en potentiaalvereffening tot stand.
• Bevestig de motor op de juiste wijze.
• Controleer of de ontluchting niet wordt belemmerd en zorg dat de afvoerlucht niet opnieuw
kan worden aangezogen, ook niet door een aangrenzend aggregaat.
• Controleer de riemspanning bij riemaandrijving.
• Sluit de afdekkap van de aansluitkast af en dicht de leidingdoorvoeren af.
Inbedrijfstelling van de omvormer-wereldmotor
• Raadpleeg voor de geautomatiseerde inbedrijfstelling van de omvormer-wereldmotor de
instructies van de betreffende omvormer.
86
Motoren voor de aanbouw aan SIMOGEAR-transmissies
Bedieningshandleiding, 01/2024, A5E53509211A/RS-AA
Advertenties
Inhoudsopgave
