De functie tweelingpomp regelt in systemen met 2 gelijkwaardig bruikbare pom-
pen de gelijkmatige verdeling van hun looptijd.
Als het toegewezen relais de ingestelde looptijd heeft overschreden, wordt bij de
volgende inschakeling het gekozen referentierelais geactiveerd. Alle eigenschappen
worden overgenomen.
Als ook het referentierelais de looptijd heeft overschreden, wordt bij de volgende
inschakeling weer het oorspronkelijke relais geactiveerd.
De optie debietcontrole kan extra worden geactiveerd om in geval van een door-
stromingsstoring de tweelingpomp te activeren. Als de debietcontrole wordt geac-
tiveerd, verschijnen er nog 2 instelkanalen voor de toewijzing van een sensor en de
instelling van de tijdsvertraging.
Als de debietcontrole is geactiveerd, verschijnt er een storingsmelding als bij de
ingestelde doorstromingssensor na het verstrijken van de tijdsvertraging geen
doorstroming wordt gemeten. Het actieve relais wordt als defect geblokkeerd en
het andere relais wordt geactiveerd. Een omschakeling vindt niet meer plaats, totdat
de foutmelding is bevestigd.
Als de storingsmelding wordt bevestigd, voert de regelaar een test uit, waarin deze
het betreffende relais activeert en het debiet opnieuw controleert.
36
Afvoer van overtollige warmte
zonne-energie / opties / nieuwe functie... / rest warmteafv.
Instelkanaal
Betekenis
relais
Relaiskeuze
uitvoering
Uitvoering (pomp- of kleplogica) klep, pomp
DTklep
Kleplogica-temperatuurverschil
collector
Selectie collector
Tcoll.
Collector overtemperatuur
funct.
Activering / deactivering
sensor
Toewijzing schakelingang
functie op-
functie opslaan / wissen
slaan / wissen
Relais
Uitvoering pomp
Aanwijzing:
De collector-temperatuuroverschrijding moet tenminste 10 K lager wor-
den ingesteld dan de noodtemperatuur voor de collector.
Instelbereik / keuze
Fabrieksinstelling
systeemafhankelijk
systeemafhankelijk
Klep
0,0 ... 10,0 K
3,0 K
systeemafhankelijk
1
40 ... 190 °C
110 °C
geactiveerd, gedeacti-
geactiveerd
veerd, schakelaar
-
-
-
-
Relais
Uitvoering klep