1.1 Opties
Zonne-energie
Bypass
Externe warmtewisselaar
vacuümcollector
gewenste temperatuur
Vorstbeveiliging
Naverwarmingsonderdrukking
parallelrelais
koeling
drainback
Tweelingpomp
Afvoer van overtollige warmte
Debietcontrole
Drukbewaking
Installatie
parallelrelais
mengkraan
Zoneopwarming
storingsrelais
Warmte-uitwisseling
vaste brandstofketel
Circulatie
Retourverhoging
Functieblok
Verwarming
Thermische desinfectie
Bedrijfswaterverwarming
2
Installatie
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Elektrische schok!
Bij geopende behuizing liggen spanningvoerende onder-
delen bloot!
Î Koppel telkens voordat u de behuizing opent,
het toestel op alle polen los van het net!
Aanwijzing
Sterke elektromagnetische velden kunnen de werking van de regelaar na-
delig beïnvloeden.
Î Let erop dat het toestel en het systeem niet aan sterke elektromagne-
tische stralingsbronnen worden blootgesteld.
Monteer het toestel uitsluitend in droge binnenruimten.
De regelaar moet via een extra voorziening met een scheidingsafstand van minimaal
3 mm op ale polen, resp. met een ontkoppelvoorziening (zekering) conform de gel-
dende installatievoorschriften van het net gescheiden kunnen worden.
Let er bij de installatie van de voedingskabel en de sensorkabels op dat deze ge-
scheiden van elkaar worden geïnstalleerd.
Voer de volgende stappen uit om het toestel aan de muur te monteren:
Î Verwijder de kruiskopschroef uit het afdekplaatje en trek het afdekplaatje naar
onderen toe af van de behuizing.
Î Markeer het ophangpunt op de ondergrond en monteer de meegeleverde plug
met de bijbehorende schroef.
Î Hang de behuizing aan het ophangpunt en markeer het onderste bevestigings-
punt op de ondergrond (gatafstand 130 mm).
Î Plaats de onderste plug.
Î Hang de behuizing boven in en fixeer deze met de onderste bevestigingsschroe-
ven.
Î Voer de elektrische aansluitingen volgens de klembezetting uit (zie pagina 6).
Î Plaats de afdekplaat op de behuizing.
Î Sluit de behuizing met de bevestigingsschroef.
5