SA 07.2 – SA 16.2 /SAR 07.2 – SAR 16.2
AM 01.1/AM 02.1
4.6.
Montageposities van de lokale bedieningseenheid
2.
Beschermbuis [2] in schroefdraad draaien en vastdraaien.
Informatie : bij beschermbuizen voor de spindel welke uit twee of meer delen
bestaan dienen alle delen stevig aan elkaar te worden vastgeschroefd.
Afbeelding 15: Beschermbuisdelen met draadsokken (verbindingsstukken) (>900
mm)
[2]
Deel van de beschermbuis spindel
[3]
V-ring (afdichting)
[4]
Draadsok (verbindingsstuk)
3.
V-afdichting [3] tot tegen de behuizing naar beneden schuiven.
Informatie : bij de montage van beschermbuisdelen, de V-afdichtingen van de
beschermbuisdelen tot tegen de sokken (verbindingsstukken) naar beneden
schuiven.
4.
Controleer of de beschermkap [1] voor de beschermbuis voor de spindel
aanwezig, onbeschadigd en stevig op de buis is geplaatst resp. vastgeschroefd.
Beschermbuizen welke langer zijn dan 2 m kunnen doorbuigen of gaan
slingeren!
Beschadiging van de spindel en/of de beschermbuis mogelijk.
Beschermbuizen welke langer zijn dan 2 m dienen door een degelijke constructie
te worden ondersteund.
De montagepositie van de lokale bedieningseenheid wordt conform de bestelling
uitgevoerd. Indien na de montage op de afsluiter of de tandwielkast blijkt dat de
lokale bedieningseenheid ongunstig is gepositioneerd, kan deze positie ook op een
later tijdstip worden gewijzigd. Hiervoor zijn vier met 90° gedraaide posities mogelijk.
Afbeelding 16: Montageposities
Montage
23