Inhoudsopgave
Advertenties
Tabel voor keuze van variabel toerental van
messenkooien – Messenkooi met 8 messen
Maaihoogte
3WD Snelheid
(inch)
5–8 km per uur
2-1/2 (2.50)
3*
2-3/8 (2.38)
3*
2-1/4 (2.25)
3*
2-1/8 (2.13)
3*
2 (2.00)
3*
1-7/8 (1.88)
3
1-3/4 (1.75)
3
1-5/8 (1.63)
3
1-1/2 (1.50)
4
1-3/8 (1.38)
4
1-1/4 (1.25)
4
1-1/8 (1.13)
5
1 (1.00)
5
7/8 (.88)
6
3/4 (.75)
7
5/8 (.63)
9
1/2 (.50)
9
3/8 (.38)
9
* Deze maaihoogte en/of maaisnelheid wordt niet aanbevolen
voor messenkooien met 8 messen.
Oefenperiode
Voordat u met de machine gaat maaien, is het raadzaam dat
u zich op een vrij terrein oefent in het starten en stoppen,
opheffen en neerlaten van de maaidekken, draaien, enz. In
deze oefenperiode kunt u zich vertrouwd maken met de
bediening en de werking van de machine.
Voor het maaien
Controleer of er rommel op het maaigebied ligt en
2WD Snelheid
verwijder die rommel indien dat nodig is. Bepaal in welke
9,5–11 km per uur
richting u het beste kunt maaien, en ga hierbij uit van de
voorgaande maairichting. Maai altijd in een andere
3
maaipatroon dan het vorige, zodat de grassprieten minder
3
snel plat gaan liggen en daardoor moeilijker tussen de
messen van de messenkooi en de snijplaat kunnen komen.
3
3
Transport
3
Zorg ervoor dat de maaidekken volledig zijn opgeheven,
4
verwijder de pedaalaanslag onder het tractiepedaal zodat dit
een volledige slag kan maken, en zet de gashendel op
4
SNEL. Als u op ongelijk terrein of hellingen werkt, moet u
4
altijd uw snelheid verminderen en zeer voorzichtig te werk
gaan voordat u een bocht maakt om het risico te beperken
5
dat de machine omslaat of dat u de macht over de machine
5
verliest. Let goed op kuilen in het terrein, steile hellingen
en andere verborgen gevaren, en probeer deze te vermijden.
6
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de breedte van de
7
machine teneinde dure schade en uitvaltijd te voorkomen.
Probeer niet tussen objecten te rijden die dicht bij elkaar
9
zijn geplaatst.
9*
9*
Inspectie en reiniging na het
maaien
9*
9*
Als u klaar bent met maaien, moet u de machine grondig
9*
schoonspoelen met een tuinslang – zonder spuitmond –
zodat bij een te hoge waterdruk de afdichtingen en lagers
niet worden beschadigd en verontreinigd raken.
Zorg ervoor dat het radiatorscherm, de radiator en de
oliekoeler vrij blijven van vuil en maaisel. Na reiniging
verdient het aanbeveling de machine te controleren op
eventuele lekken in het hydraulische systeem, beschadiging
of slijtage van de hydraulische en mechanische onderdelen,
en te kijken of de messen van de maaidekken scherp
genoeg zijn en het contact tussen de messenkooi en de
snijplaat correct is afgesteld.
31
Advertenties
Inhoudsopgave
