9. Mogelijke foutmeldingen
De Medimate Multireader voert tijdens het meetproces automatisch een aantal
kwaliteitscontroles uit.
1. Allereerst wordt voor het uitvoeren van de meting automatisch gecontroleerd
of de Medimate lab-chip goed is geplaatst.
2. Indien het contact wordt verbroken met de Medimate lab-chip dan zal dit direct
een foutmelding geven. Zorg ervoor dat bij het indrukken altijd een klik te
horen is.
3. De kalium- en natriumconcentratie in het menselijk bloed en urine behoort
binnen een bepaalde range te vallen. Als extra controle wordt bij elke meting
het bloed- of urinemonster ook op de aanwezigheid van deze stoffen
gecontroleerd. Zo wordt extra informatie verkregen over de kwaliteit van de
druppel.
4. Als de druppel niet goed is aangebracht dan wordt dit aan het eind van de
meting gedetecteerd en als fout resultaat getoond.
5. Bij de vingerprik wordt een toetsing op hemolyse gedaan. Indien hemolyse
wordt gedetecteerd dan verschijnt er of een waarschuwing of een foutmelding.
Wanneer de meting foutief is, wordt dit op het scherm aangegeven. De meting zal
dan opnieuw met een nieuwe Medimate lab-chip moeten worden uitgevoerd. De
foutmeldingen die kunnen voorkomen worden in de volgende paragrafen
besproken.
Let op: Bij een foutmelding mag je niet meer dezelfde Medimate Lab-Chip
gebruiken. Het meetresultaat kan dan niet gegarandeerd worden.
9.1 Medimate Multireader is oververhit
Wanneer de Medimate Multireader te warm
wordt voor een betrouwbare meting, dan geeft
het apparaat dat aan, zie figuur 26. Probeer de
Medimate Multireader op een koelere plek te
zetten uit de buurt van warmtebronnen (zoals
een radiator of zonlicht). Zet het apparaat uit
(stand-by) en laat de Medimate Multireader
minimaal een kwartier afkoelen. Hierna kan
geprobeerd worden de meting te herhalen.
Figuur 27:
Multi-reader
verschijnt
scherm.
39
Wanneer de Medimate
oververhit
raakt
deze
melding
op
het