2.
Steek een buis of gelijksoortig voorwerp op het
uiteinde van de lange veer om de spanning
op de veer tijdens de afstelling weg te nemen
(Figuur
34).
VOORZICHTIG
De veren staan onder spanning en
kunnen persoonlijk letsel veroorzaken.
Wees voorzichtig bij het afstellen.
3.
Als de veer is ontspannen, verwijdert u de bout
en de borgmoer waarmee de actuator van de
veer is bevestigd aan de beugel
Figuur 34
1. Veer
2. Actuator van veer
4.
Plaats de actuator van de veer in het gewenste
gat en zet deze vast met de bout en de
borgmoer.
5.
Herhaal deze procedure bij de andere veer.
Het Brandstofsysteem
ontluchten
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak. Zorg ervoor dat de brandstoftank
minstens half vol is.
2.
Ontgrendel en open de motorkap.
(Figuur
34).
g020250
3. Locaties van bijkomende
gaten
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden zijn
dieselbrandstof en brandstofdampen
uiterst ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden of materiële schade
veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een
afgezette of koude motor bijvullen.
Eventueel gemorste brandstof
opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal.
Vul de brandstoftank totdat het peil
6 mm tot 13 mm van de onderkant
van de vulbuis staat. Dit geeft de
brandstof in de tank ruimte om uit te
zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof
bezig bent en houd de brandstof weg
van open vlammen of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone,
veilige en goedgekeurde containers
en zorg dat de dop op zijn plaats blijft.
3.
Draai de ontluchtschroef op de brandstofinjec-
tiepomp open
1. Ontluchtschroef brandstofinjectiepomp
4.
Draai het contactsleuteltje naar de stand Aan.
De elektrische brandstofpomp begint te werken.
Hierbij komt er lucht bij de ontluchtschroef naar
buiten.
Opmerking:
totdat er een volle straal brandstof bij de schroef
naar buiten komt.
30
(Figuur
35).
Figuur 35
Laat het sleuteltje op Aan staan
g008891