1D41, 1D42, 1D50, 1D81, 1D90
i
Starten met startslinger zonder terugslagdemping
Stap
1
2
3
4
5
6
7
HATZ
AANWIJZING
Als tijdens het startproces een terugslag optreedt, wordt via de
handgreep op grond van de korte terugdraaiing de verbinding
verbroken tussen krukarm en klauw van de startslinger.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel als gevolg van terugslag van de motor.
▪
Als door te voorzichtig draaien terugslag optreedt, waardoor
de motor onder bepaalde omstandigheden in tegengestelde
draairichting begint te draaien (rook uit het luchtfilter), starts-
linger onmiddellijk loslaten en motor uitschakelen.
▪
Gevaar door een meedraaiende startslinger!
▪
Voordat de startpoging wordt herhaald, wachten totdat de
motor stilstaat; dan pas startpoging herhalen.
Activiteit
Startvoorbereidingen uitvoeren (zie paragraaf 7.3 Startvoorbe-
reiding, pagina 42).
Klauw van de startslinger in de geleidebus steken.
Juiste lichaamshouding aannemen.
Handgreep (1) met beide handen vastpakken.
Startslinger eerst langzaam draaien totdat de klauw van de
startslinger (3) ingrijpt.
Startslinger met toenemende snelheid stevig draaien. Als de de-
compressiehendel in de stand "0" (compressie) wordt vergren-
deld, moet de maximale snelheid zijn bereikt.
Zodra de motor start, startslinger uit de geleidebus (4) trekken.
Handleiding
Bediening en werking
49