1D41, 1D42, 1D50, 1D81, 1D90
Stap
4
5
Ingekapselde versie 1D41C, 1D42C, 1D81C, 1D90C
Motoren in een ingekapselde versie hebben geen eigen brandstoftank. Volg
de instructies op van de fabrikant van het apparaat evenals de veiligheidsin-
structies in deze paragraaf.
7.8
Waterafscheider controleren
Veiligheidsinstructies
i
HATZ
Activiteit
Wanneer het brandstofsysteem is leeggereden, in combinatie
met een lager geplaatste brandstoftank als volgt te werk gaan:
▪ Met de hendel (4) op de brandstofopvoerpomp (3) voorpom-
pen (primen) totdat de brandstof hoorbaar via de retourleiding
terugstroomt in de brandstoftank.
Indien nodig, mechanische oliedrukbeveiliging (optie) inschake-
len (zie paragraaf 7.3.2 Mechanische oliedrukbeveiliging (optie)
inschakelen, pagina 43).
VOORZICHTIG
Gevaar voor verontreiniging van het milieu als gevolg van
gemorste brandstof.
Als het water wordt afgetapt uit de waterafscheider, wordt ook
een kleine hoeveelheid brandstof afgetapt.
▪
Uitlopend water-brandstofmengsel opvangen en verwijderen
volgens de plaatselijke milieuvoorschriften.
AANWIJZING
Het interval voor het controleren van de waterafscheider is uit-
sluitend afhankelijk van het wateraandeel in de brandstof en van
de zorgvuldigheid bij het tanken. De controle moet minimaal één
keer per week worden uitgevoerd.
Handleiding
Bediening en werking
63