Ontvangst funct.
Deze instellingen worden gebruikt om de
standaardinstellingen (in de fabriek vastgelegd) van de
diverse faxontvangstfuncties te wijzigen zodat ze beter
aansluiten op uw voorkeuren.
Selecteer de [Ontvangst funct.] om de instellingen te
configureren.
Aant. bel sig. RX
Wanneer de ontvangstmodus op automatisch staat,
wordt deze instelling gebruikt om het aantal keer
overgaan te selecteren waarna de machine
automatisch een oproep aanneemt en begint met de
faxontvangst. (Zie "FAXBERICHT ONTVANGEN"
(p.95).)
•
U kunt een aantal keren overgaan instellen van 0 tot 15.*
* Het "Aant. bel sig. RX" dat in elk land kan worden
ingesteld, is aangegeven in de volgende tabel.
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk,
Duitsland, Zweden, Italië,
Spanje, Nederland, Thailand,
Hongkong, Saudi-Arabië,
Zuid-Afrika, Hongarije, Tsjechië,
Slowakije, Polen, Griekenland,
Rusland, Filipijnen en Indonesië
Australië, Nieuw-Zeeland
Singapore
Maleisië, India, Canada, Taiwan 0 tot en met 15
•
Als u een fout maakt, verplaatst u de cursor met [
[
] naar de fout en voert u de juiste gegevens in.
• Als het aantal beltonen ingesteld is op 0,
Opmerking
ontvangt de machine de faxberichten
zonder te gaan bellen.
• Als het aantal keer overgaan is ingesteld
op 14 of 15, is ontvangst wellicht niet
mogelijk. Dit hangt af van de functies en
instellingen van de andere machine.
#Bellen handm. RX
U kunt instellen bij hoeveel keer overgaan de machine
omschakelt naar automatische ontvangst wanneer er
een inkomende fax is in de handmatige
ontvangstmodus.
Lade selectie
Deze instelling wordt gebruikt om aan te geven welke
uitvoerladen kunnen worden gebruikt voor ontvangen
faxen. Standaard zijn alle uitvoerladen ingeschakeld.
•
De geselecteerde lade wordt ingeschakeld en er
wordt een vinkje weergegeven in het selectievakje.
•
Als u deze procedure uitvoert wanneer de lade
actief is, verdwijnt het selectievakje en is de lade
niet langer actief.
• Welke laden kunnen worden gebruikt,
Opmerking
hangt af van de opties die zijn
geïnstalleerd.
• De laden kunnen niet allemaal
uitgeschakeld zijn.
Aantal beltonen
0 tot en met 9
2 tot en met 4
0 tot en met 3
]
187
Ontvangen data afdruk condities
Deze instelling bepaalt de selectievoorwaarde voor
papier bij het afdrukken van ontvangen documenten.
Selecteer een van de drie onderstaande voorwaarden.
Normaal gesproken is "Verkleinen" geselecteerd.
•
Verkleinen
Elk ontvangen beeld wordt, indien mogelijk, op
ware grootte afgedrukt. Als dit niet mogelijk is,
wordt het beeld automatisch verkleind vóór het
afdrukken.
•
Divisie
Elk ontvangen beeld wordt op ware grootte
afgedrukt.
Indien nodig wordt het beeld verdeeld over
meerdere vellen papier.
•
Huidig formaat
De ontvangen fax wordt afgedrukt op ware grootte
(zonder te verdelen over meerdere vellen papier).
Als er geen papier van hetzelfde formaat of groter
is geladen, wordt de fax in het geheugen
ontvangen en pas afgedrukt wanneer papier van
een geschikt formaat wordt geladen.
Auto ontv.verkl. reguliereformaat
Wanneer er een fax wordt ontvangen waarin de naam
en het nummer van de verzender zijn opgenomen, is
het ontvangen beeld iets groter dan het
standaardformaat*. Met deze instelling bepaalt u of het
ontvangen beeld vóór het afdrukken al dan niet
automatisch wordt verkleind om op het
standaardformaat te passen. Normaal gesproken is
deze instelling ingeschakeld.
* Standaardformaten zijn formaten als A4 en B5.
• Als deze instelling is uitgeschakeld (geen
Opmerking
verkleining) en de afdrukcondities voor
ontvangen data staan op Divisie, dan kan
een deel van de fax wegvallen.
• Als automatische verkleining bij
ontvangst is uitgeschakeld, valt een deel
weg als het beeld groter is dan het
standaardformaat. Het beeld wordt wel
duidelijker want er wordt afgedrukt op
hetzelfde formaat als het origineel.
Dubbelz. Ontv.
Met deze instelling kunt u ontvangen faxen op beide
zijden van het papier afdrukken. Wanneer dubbelzijdig
afdrukken is ingeschakeld en er een fax binnenkomt
die bestaat uit twee of meer pagina's (de pagina's
moeten hetzelfde formaat hebben), worden de
pagina's aan beide zijden van het papier afgedrukt.
Zelfs als de pagina's een andere afdrukstand hebben,
worden de pagina's correct geroteerd om afdrukken op
beide zijden van het papier mogelijk te maken.
•
De instelling wordt ingeschakeld (er wordt dus
dubbelzijdig afgedrukt) en er wordt een vinkje
weergegeven in het selectievakje.
•
Als u deze procedure uitvoert wanneer de instelling
actief is, verdwijnt het selectievakje en is de
instelling niet langer actief.
SYSTEEMINSTELLINGEN