VEELGEBRUIKTE AFDRUKINSTELLINGEN OPSLAAN
De instellingen die bij het afdrukken worden geconfigureerd op de tabbladen, kunnen worden opgeslagen als
gebruikersinstellingen. Regelmatig opslaan van veelgebruikte instellingen of ingewikkelde kleureninstellingen onder
een toegewezen naam vereenvoudigt de configuratie van dergelijke instellingen wanneer u ze weer nodig hebt.
INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN
U kunt instellingen opslaan vanaf elk tabblad van het instelvenster van de printerdriver. De op elk tabblad
geselecteerde instellingen worden voor het opslaan in een lijst geplaatst, zodat u deze kunt controleren.
1
Open het eigenschappenvenster voor
de printerdriver vanuit het
afdrukvenster van de
softwaretoepassing.
2
Sla de afdrukinstellingen op.
(1)
(1) Configureer de afdrukinstellingen op elk
tabblad.
(2) Klik op de knop [Opslaan].
• Er kunnen maximaal 30 sets gebruikersinstellingen worden opgeslagen.
Opmerking
• De volgende zaken kunnen niet in de gebruikersinstellingen worden opgeslagen.
• Een watermerk dat u hebt gemaakt
• Instellingen voor het invoegen van papier
• Overlaybestand
• Het gebruikersnummer, de gebruikersnaam en de naam van de taak zoals ingevoerd op het tabblad
[Taakverwerking]
(2)
45
3
Controleer de instellingen en sla deze
op.
(1)
(1) Controleer de weergegeven instellingen.
(2) Voer een naam voor de instellingen in
(maximaal 20 tekens).
(3) Klik op de knop [OK].
4
Klik op de knop [OK].
5
Begin met afdrukken.
PRINTER
(2)
(3)