•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
•
Probeer de motor niet te starten als u brandstof
hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur
of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn
verdwenen.
Het motoroliepeil
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met
olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd
voor- en nadat de motor voor de eerste keer wordt
gestart.
De carterinhoud is ongeveer 3,8 liter met filter.
Gebruik hoogwaardige motorolie die moet voldoen
aan de volgende specificaties:
•
Vereiste onderhoudsclassificatie van API: CH-4,
CI-4 of hoger.
•
Aanbevolen olie: SAE 15W-40 (boven -17 ºC)
•
Alternatieve olie: SAE 10W-30 of 5W-30 (voor alle
temperaturen)
Opmerking:
Toro Premium motorolie is verkrijgbaar
bij uw dealer met een viscositeit van 15W-40 of
10W-30. Zie de Onderdelencatalogus voor de
onderdeelnummers.
Opmerking:
De beste tijd om de motorolie te
controleren is wanneer de motor koud is voordat
deze is gestart voor de dag. Als hij al heeft gedraaid,
moet u de olie eerst terug laten lopen gedurende
tenminste 10 minuten voordat u controleert. Als het
olieniveau op of onder de bijvul-markering (Add) op
de peilstok staat, vul dan olie bij om het olieniveau
bij de vol-markering (Full) te brengen. Giet de motor
niet te vol. Als het olieniveau zich tussen de twee
markeringen bevindt, hoeft er geen olie te worden
bijgevuld.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Verwijder de peilstok
af met een schone doek.
(Figuur
25) en veeg deze
1. Peilstok
3.
Steek de peilstok in de buis. Let erop dat de
peilstok er volledig in schuift. Haal de peilstok
eruit en controleer het oliepeil.
4.
Als het oliepeil te laag is, verwijdert u de vuldop
(Figuur
26) en vult u bij met kleine hoeveelheden
olie totdat het oliepeil de Vol-markering op de
peilstok bereikt. Vul de olie langzaam bij en
controleer daarbij veelvuldig het peil.
1. Olievuldop
5.
Plaats de vuldop en sluit de motorkap.
Brandstoftank vullen
Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof
of biodiesel met een laag <500 ppm) of ultralaag
(<15 ppm) zwavelgehalte. Het cetaangetal moet
minimaal 40 zijn. Koop brandstof in hoeveelheden die
binnen 180 dagen kunnen worden gebruikt zodat u
altijd verse brandstof heeft.
De inhoud van de brandstoftank is ongeveer 42 liter.
Gebruik zomerbrandstof (nr. 2-D) bij temperaturen
boven -7 °C en winterbrandstof (nr 1-D of
nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen onder
-7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof bij lage
temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager
stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert
de kans dat het brandstoffilter verstopt raakt.
20
Figuur 25
Figuur 26
g008881
g008882