Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afstelling Van Contact Tussen Ondermes En Messenkooi Controleren; De Bandenspanning Controleren; De Wielmoeren Aandraaien; De Parkeerrem Controleren - Toro Reelmaster 3550 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Reelmaster 3550:
Inhoudsopgave

Advertenties

van 19 liter of vaten van 208 liter – raadpleeg
de onderdelencatalogus of uw Toro-dealer voor
onderdeelnummers.
Deze hoogwaardige synthetische, biologisch
afbreekbare vloeistof werd getest en geschikt
bevonden voor deze Toro machine. Andere
merken van synthetische vloeistof kunnen
afdichtingsproblemen veroorzaken; Toro kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor ongeoorloofde
vervangingen.
Opmerking:
Deze synthetische vloeistof is niet
compatibel met de Toro biologisch afbreekbare
vloeistof die vroeger werd verkocht. Neem voor
verdere informatie contact op met uw Toro-dealer.
Alternatieve vloeistoffen:
Mobil EAL Envirosyn H 46 (VS)
Mobil EAL hydraulische olie 46 (internationaal)
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Reinig de omgeving van de vulbuis en de dop
van de hydraulische tank
de dop.
Figuur 30
1. Dop van hydraulische tank
3.
Verwijder de peilstok uit de vulbuis en veeg
deze af met een schone doek. Steek de peilstok
in de vulbuis, haal hem er vervolgens weer uit
en controleer het vloeistofpeil. Het vloeistofpeil
dient binnen 6 mm van de markering op de
peilstok te staan.
4.
Als het peil te laag is, vult u genoeg vloeistof bij
totdat het peil de Vol-markering bereikt.
5.
Plaats de peilstok en de dop op de vulbuis.
(Figuur
30). Verwijder
g008886
Afstelling van contact
tussen ondermes en
messenkooi controleren
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact
tussen het ondermes en de messenkooi controleren,
ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere
maaibeurt aanvaardbaar is geweest. Er moet over de
volle lengte een licht contact tussen de messenkooi
en het ondermes zijn (zie Contact tussen ondermes
en messenkooi afstellen in de Gebruikershandleiding
van de maai-eenheid).
De bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
De banden worden in de fabriek opzettelijk te hard
opgepompt. U moet daarom voor gebruik wat lucht
laten ontsnappen om de luchtdruk te verminderen. De
luchtdruk in de achterbanden moet 0,83 bar zijn.
Opmerking:
Zorg ervoor dat alle banden steeds de
aanbevolen bandenspanning hebben, hierdoor kan
de machine optimale maaiprestaties leveren en goed
functioneren.
GEVAAR
Een te lage bandenspanning vermindert
de stabiliteit van de machine op hellingen.
Hierdoor kan de machine omkantelen,
waardoor lichamelijk of dodelijk letsel kan
ontstaan.
Pomp de banden niet te zacht op.

De wielmoeren aandraaien

Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur
Na de eerste 10 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Haal de wielmoeren aan met 61 tot 88 N·m.
WAARSCHUWING
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
Zorg dat de wielmoeren met de juiste torsie
zijn aangedraaid.

De parkeerrem controleren

Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

03910

Inhoudsopgave