Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om
de stuurreactie te controleren. Zet vervolgens
de motor af en controleer op olielekken, losse
onderdelen en andere waarneembare defecten.
VOORZICHTIG
Aanraking van bewegende delen kan
leiden tot letsels.
Zet de motor af en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand gekomen
zijn voordat u controleert op olielekken,
losse onderdelen en andere defecten.
De motor afzetten
Beweeg de gashendel naar de
verplaats de schakelaar voor de maai-eenheden naar
de stand U
ITSCHAKELEN
naar de stand U
. Verwijder het sleuteltje uit het
IT
contact om te voorkomen dat de motor per ongeluk
start.
1. Afstelling van messenkooi met 8 messen
2. Afstelling van messenkooi met 11 messen
4.
Om het toerental in te stellen, draait u aan de
knop
(Figuur
34) tot de wijzer de gewenste
instelling aangeeft.
STATIONAIRSTAND
en draai het contactsleuteltje
Toerental van de
messenkooien instellen
Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant en
van hoog niveau blijft en het gazon na het maaien
een gelijkmatig uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat
de toerentalregeling van de messenkooien (die zich
onder de bestuurdersstoel bevindt) juist is afgesteld.
U stelt het toerental als volgt in:
1.
Selecteer de maaihoogte waarop de
maai-eenheden zijn ingesteld.
2.
Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor
de maaiomstandigheden.
3.
Raadpleeg de tabel op de sticker met
messenkooitoerentallen
,
juiste messenkooitoerental te bepalen.
Figuur 33
3. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de
afstelling van de messenkooi.
27
(Figuur
33) om het
decal121-7884