3.
Verwijder de assteunen en breng de machine
omlaag.
4.
Draai de wielmoeren kruislings aan met 95 tot
122 N∙m.
5.
Draai de borgmoer vast met een torsie van 339
tot 372 N·m.
6.
Controleer de parkeerrem en stel deze indien
nodig af; raadpleeg
(bladz.
23).
De parkeerrem controleren
Onderhoud riemen
Onderhoud van de riemen
van de motor
Onderhoudsinterval: Na de eerste 10
bedrijfsuren—De conditie en
de spanning van alle riemen
controleren.
Om de 100 bedrijfsuren—De conditie en de
spanning van alle riemen controleren.
Riem van wisselstroomdy-
namo/ventilator spannen
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, laat de maai-eenheden zakken, stel
de parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar.
2.
Open de motorkap.
3.
Controleer de riemspanning door de riem
in het midden tussen de poelies van de
wisselstroomdynamo en de krukas in te drukken.
Opmerking:
riem 11 mm moeten bewegen.
1. Riem van wisselstroomdynamo/ventilator
4.
Als de speling niet correct is, voltooi dan de
volgende procedure om de riem te spannen:
A.
Draai de bout los waarmee de beugel is
bevestigd aan de motor en draai de bout
los waarmee de wisselstroomdynamo is
bevestigd aan de beugel.
B.
Plaats een breekijzer tussen de
wisselstroomdynamo en de motor en
wrik de wisselstroomdynamo naar buiten
toe.
49
Met een kracht van 98 N zou de
Figuur 73
g008916