Inhoudsopgave
Advertenties
7 - 30WGA AANSLUITINGEN UNIT
7.1 - Aanbevelingen voor de installatie van
koelmachines met aparte condensor
De 30WGA-apparaten (split units voor aansluiting op lucht gekoelde
condensors) zijn speciaal ontworpen voor installaties in splitopstelling met
luchtgekoelde condensors die de warmte van de koelmachine afvoeren.
De installatie van het koudemiddelcircuit van een operationeel systeem is
beperkt tot het aansluiten van de toevoer en retour van de luchtgekoelde
condensor op de 30WGA unit.
De onderdelen zoals de terugslagklep (in de persgasleiding), vochtkijkglas
en magneetkleppen zijn in de fabriek gemonteerd en bekabeld.
De filterdroger is bij de unit geleverd en moet stroomopwaarts van de
magneetklep worden gemonteerd in de vloeistofleiding.
Het SmartVu
TM
regelsysteem van de 30WGA units bevat de software voor
het regelen van de verschillende ventilatorversies (vast of variabel
toerental).
Voor het garanderen van optimale en betrouwbare prestaties van de units
is het noodzakelijk dat aan onderstaande regels is voldaan als de units
zijn verbonden met aparte condensors:
- Grootte van de persdruk- en vloeistofleidingen volgens de
aanbevelingen in de volgende paragrafen (monteer indien nodig een
dubbele stijgleiding om een correcte oliecirculatie in het
koudemiddelcircuit te garanderen).
- Selecteer een condensor met een geïntegreerde onderkoeler om
een minimum van 3 K onderkoeling te krijgen bij de ingang van het
expansieventiel.
- Monteer de met de unit meegeleverde filterdroger zo dicht mogelijk
bij de filterdroger van de vloeistofleiding.
- Monteer de meegeleverde buitenluchttemperatuursensor dichtbij de
luchtgekoelde condensor.
- Voor units met regeling van de aparte condensor (optie 154), is de
sensor meegeleverd. De informatie van de buitenluchttemperatuur
is vereist voor een correcte werking van het complete systeem.
Regeling van de aparte luchtgekoelde condensor met optie 154
- Sluit de ventilator snelheden elektrisch aan op de besturingsprint
AUX 1. Voor het toewijzen van de ventilator snelheden raadpleegt
u hoofdstuk 14 en 15 met de beschrijving van de analoge en digitale
ingangen en uitgangen.
- Maak de aansluiting van de buscommunicatie (getwiste,
afgeschermde kabel voor communicatiebus RS485) tussen de
specifieke besturingsprint AUX 1, die moet worden geïntegreerd in
de condensorschakelkast en de unitregeling board.
- De SmartVu
TM
regeling wordt gebruikt voor het configureren van het
aantal ventilator snelheden en het ventilator type naar geleng het in
het systeem gebruikte model luchtgekoelde condensor.
- Een toerenregelaar van de ventilator is aanbevolen voor de eerste
ventilator snelheid voor de werking bij een lage omgevingstemperatuur
met deellast en voor condensors met weinig ventilatoren.
LET OP: De luchtgekoelde condensor moet altijd worden
gebruikt met een onderkoeler. Normaliter is 8 K onderkoeling
bij de condensoruittrede aanbevolen.
44
7.2 - Leidinginstallatie en -aansluiting
Laat uit alle units de transportvulling ontsnappen voordat het circuit wordt
geopend.
Gebruik de verschillende ventielen en/of verwijder de veiligheidsdop van
het conische Schraeder-ventiel. Druk de punt van het ventiel in om de
complete transportvulling (stikstof) uit het systeem te laten ontsnappen.
Voorbereiding voor het lossolderen van de pluggen van de vloeistof- en
persgasleidingen:
- Verwijder alle onderdelen die zouden kunnen beschadigen tijdens
het lossolderen
- Leiding solderen: verwijder de kernen uit de conische Schraeder-
ventielen in de omgeving, verwijder de leidingmoffen, verwijder de
bekledingspanelen en de metalen kruisbalken.
Al deze onderdelen moeten worden vervangen voor de inbedrijfstelling
van het systeem.
- Soldeer de pluggen los en bereid de leidingen aan voor de
aansluiting.
- Monteer de filterdroger stroomopwaarts van de unit en sluit de
vloeistofleiding aan op de unit.
- Maak de hogedruk aansluitingen (persgasleiding) tussen de unit en
de condensor.
- Laat tijdens deze werkzaamheden inert gas zoals stikstof in de
leidingen circuleren om de vorming van koperoxide tegen te gaan.
BELANGRIJK: De leidingen van het condensorcircuit moeten
worden aangelegd in overeenstemming met de normen wat
betreft de statische ondersteuning en de thermische uitzetting
van koperen leidingen.
Om trillingen te voorkomen mogen de posities van de leidingmoffen
in de unit niet veranderd worden. Aan uittredezijde van de
koudemiddelsectie zijn leidingflensmoffen gemonteerd. Het is van
groot belang deze moffen goed vast te zetten om trillingen en breuk
te voorkomen.
Advertenties
Inhoudsopgave
