Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

30Wg/61Wg Werking Van De Unit Met Een Droge Koeler (Optie 154); Principe Van De Werking; Communicatie Voor De Regeling Van De Droge Koeler; Configuratie Van Het Aantal Ventilatortrappen En De Automatische Omschakeling Van De Ventilatortrappen - Carrier 614520WG Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

13 - 30WG/61WG WERKING VAN DE UNIT MET EEN DROGE KOELER (OPTIE 154)

13.1 - Principe van de werking

De apparaten zijn ontworpen om de werking van systemen te optimaliseren,
met gebruik van droge koelers als een warmteafvoersysteem.
Met een condensorwaterpomp met variabel toerental die is geïntegreerd
in het apparaat is de complexiteit van traditionele systemen die een
driewegklep gebruiken, verminderd.
De installatie van een operationeel systeem wordt begrensd aan de zijde
van het condensatiewatersysteem om de waterintrede- en -uittredeleiding
van de droge koeler aan te sluiten op het apparaat.
De SmartVu
-regeling van het apparaat bevat algoritmen om een
TM
constante automatische optimalisatie mogelijk te maken van:
- de werking van de ventilatortrappen van de droge koeler
- de afwijking van het waterdebiet in het systeem tussen de condensor
en de droge koeler.
De parallelle regeling van de ventilatortrappen (tot maximaal 8 trappen)
en van het variabele waterdebiet van het systeem maken het gehele jaar
door een systeemwerking tot een buitentemperatuur van -10°C mogelijk
zonder een aanvullende regeling.
13.2 - Communicatie voor de regeling van de
droge koeler
Het elektronische bord dat specifiek is geïntegreerd in de schakelkast van 
de droge koeler, door een optieselectie van de droge koeler van de
fabrikant en een communicatie-LEN- bus die is aangesloten op het
microprocessorbord van het apparaat, wordt gebruikt voor de totale
systeemregeling.
Let op dat de droge koeler en de koelmachine beide zijn voorzien van de
optie droge koeler beheer (optie 154)
De optie wordt geleverd in de schakelkast van de droge koeler van de fabrikant.
Sluit het apparaat aan op het bord (AUX1) in de droge koeler met behulp van
een communicatiekabel. De communicatiekabel moet worden aangesloten
op het 3-punts stopcontact van het Wago-type (5 mm tussenruimte of
equivalent). De communicatiekabel moet een afgeschermd type zijn.
De SmartVu
 optimaliseert de systeemwerking om de beste efficiëntie 
TM
te verkrijgen met een afwijking van het waterdebiet en het aantal
ventilatoren dat is vereist voor condities van de thermische belasting en
de buitentemperatuur.
Het elektronische bord (AUX1) dat is geïntegreerd in de schakelkast van de
droge koeler heeft analoge ingangen voor de buitenluchttemperatuursensor
en de wateruittredetemperatuursensor van de droge koeler, en acht digitale
uitgangen die de regeling van maximaal acht ventilatortrappen mogelijk
maken.
13.3 - Configuratie van het aantal
ventilatortrappen en de automatische
omschakeling van de ventilatortrappen
Raadpleeg de instructies in de IOM (montage, werking en onderhoud) van
de SmartVu
TM
 voor de configuratie van het aantal ventilatortrappen dat moet 
worden geregeld. Het is voldoende om het aantal ventilatortrappen van de
droge koeler in te voeren in het SmartVu
uitgangen dat de ventilatoren regelt, wordt geactiveerd door de regeling.
De SmartVu
regelt de automatische omschakeling van alle
TM
ventilatortrappen, op basis van de gebruikstijd en het aantal opstarts van
de verschillende trappen. Deze functie voorkomt dat ventilatormotoren
maar een beetje of helemaal niet draaien en dat de assen vastlopen, met
name tijdens perioden met een lage koelvraag als de buitentemperatuur
laag is. Omschakelen wordt vaak opgegeven door de fabrikanten van
droge koelers om te zorgen voor een lange levensduur van ventilatormotoren
die  maar  weinig  of  helemaal  niet  worden  gebruikt  in  deze  specifieke 
bedrijfscondities.
-servicemenu. Het aantal digitale
TM

13.4 - Ventilatorstap toekennen

De  minimumconfiguratie  van  het  aantal  ventilatortrappen  is  2  voor  een 
correcte werking.
Afhankelijk van de capaciteit van de droge koeler kan het aantal
ventilatoren tussen 2 en 8 liggen. Ze kunnen worden geregeld door één
ventilator of door gekoppelde paren, indien noodzakelijk.
Een droge koeler met 4 of 6 ventilatoren die bijvoorbeeld in serie zijn
geïnstalleerd langs de lengte van het apparaat, resulteert in een
configuratie van 4 of 6 ventilatortrappen.
Omgekeerd resulteert een droge koeler met 8 of 12 ventilatoren die in
paren zijn opgesteld langs de lengte van het apparaat ook in een
configuratie van 4 of 6 ventilatortrappen.
Configuratie met 4 en 6 trappen (min. 2 - max. 8)
A
1
Ventilatoren die zijn gekoppeld in paren - 4- en
6-traps configuratie (min. 2 - max. 8)
1
A
1
Verklaring
A
Spruitstukkant van waterintrede en -uittrede
1 tot 6
Ventilatoren
13.5 - Apparaten zonder verdamper- en
condensorpomp, driewegklepconfiguratie voor
een toepassing bij een lage buitentemperatuur
Apparaten kunnen af-fabriek worden geleverd zonder verdamper- en
condensorpomp. Als het gehele jaar door een gebruik met lage
temperaturen wordt gepland, wordt het apparaat geïnstalleerd met een
driewegklep die niet met het apparaat wordt meegeleverd.
In dit geval moet de SmartVu
systeemregeling van driewegkleppen van een analoge 0-10 volt-uitgang
op het masterbord. Een adequate condensatietemperatuur wordt
behouden met een constant condensordebiet. Deze configuratie maakt 
het gehele jaar door een systeemwerking tot een buitentemperatuur van
-20°C mogelijk.
De regeling en omschakeling van de ventilatortrappen, zoals wordt
beschreven in hoofdstuk "Configuratie van het aantal ventilatortrappen en 
automatische omschakeling van de ventilatortrappen", zijn in dit geval
identiek.

13.6 - Installatie van droge koeler op apparaten

Volg professionele richtlijnen voor de installatie van de droge koeler.
- Waterleiding dimensioneren
- Maximumdrukverliezen van de leiding- en afsluitklep op basis van
de beschikbare druk van de apparaatpompen
- Maximumverhoging van de droge koeler met betrekking tot de unit
(veerveiligheid van 4 bar op het watercircuit van de unit).
- R e g e l i n g v a n d e v e n t i l a t o r t r a p p e n ( z i e " R e g e l i n g v a n
ventilatortrappen").
- Een goede plaatsing van de buitenluchttemperatuursensor en de
wateruittredetemperatuursensor.
2
3
4
5
2
3
4
5
2
3
4
5
worden geconfigureerd voor een
TM
6
6
6
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave