9 - WATERAANSLUITINGEN
Waterintrede van de unit
Condensorwatercircuit (61WG/30WG)
Wateruittrede van de unit
Waterintrede van de unit
Verdamperwatercircuit (61WG/30WG/30WGA)
Wateruittrede van de unit
Onderdelen van het aggregaat en de hydromodule
1
Victaulic-gaasfilter (alleen optie 293 of 293A)
2
Expansievat (alleen optie 293 of 293A)
3
Overstortventiel (alleen optie 293 of 293A)
4
Waterpomp
5
Ontluchter
6
Water aftapkraan
7/8
Intrede-/Uittrededruksensor
9/10 Intrede-/Uittredetemperatuurvoeler
12
Stromingsbeveiliging 61WG optie 272 (alleen typen 020-045)
13
Compressor
14
Verdamper
15
Condensor
16
Expansieventiel
OPMERKING: Units zonder hydromodule hebben een ingebouwde stromingsbeveiliging.
9.3 - Vorstbeveiliging
De apparaten zijn ontworpen voor plaatsing onder een afdekking bij
buitentemperaturen tussen +5 °C en +40 °C. Daarom zijn ze standaard
niet voorzien van een vorstbeveiliging.
Als de omgevingstemperatuur van de waterleidingen onder 0°C kan
zakken, is het raadzaam om een verwarmingslint op de leiding te monteren
en een antivriesoplossing toe te voegen om het apparaat en de waterleiding
te beschermen tot een temperatuur van 10 K onder de laagste temperatuur
die waarschijnlijk ter plaatse wordt bereikt.
Gebruik alleen antivriesoplossingen die voor gebruik in warmtewisselaars
zijn goedgekeurd. Als het systeem niet door een antivriesoplossing wordt
beschermd en tijdens vorstperioden niet wordt gebruikt, is het aftappen
van de koeler en de buitenleidingen verplicht. Vorstschade valt niet onder
de garantie.
BELANGRIJK: Afhankelijk van de klimatologische
omstandigheden moet u het volgende doen:
- Voeg ethyleenglycol in de juiste concentratie toe om de installatie
te beschermen tot een temperatuur van 10 K onder de laagste
temperatuur die ter plaatse kan optreden.
- Als het apparaat voor een langere periode niet gebruikt wordt,
is het raadzaam om deze af te tappen en uit voorzorg
ethyleenglycol aan de warmtewisselaar toe te voegen via de
aansluiting van de ontluchtingsafsluiter van de waterintrede
van de warmtewisselaar.
- Vul het apparaat bij het begin van het volgende seizoen weer
met water en voeg een anti-corrosie inhibitor toe.
48
Typisch waterleidingsschema, apparaten met hydromodules
2
1
3
2
1
3
12
4
5
PT
TT
7
9
6
TT
PT
10
8
6
4
5
PT
TT
7
9
6
TT
PT
10
8
6
- Voor het installeren van extra apparatuur moet de installateur
voldoen aan basisvoorschriften, met name wat betreft minimum-
en maximumdebieten, die tussen de waarden moeten liggen
die in de tabel met functioneringsgrenzen staan vermeld
(hoofdstuk 5 - "Toepassingsgegevens").
Om corrosie te voorkomen bij een gedeeltelijke ventilatie, moet het
complete circuit van de warmtewisselaar worden gevuld met stikstof als
het langer dan één maand geen koudemiddel bevat. Als de
warmtewisselaarvloeistof niet voldoet aan de aanbevelingen van de
fabrikant, moet het circuit direct worden gevuld met stikstof.
9.4 - Stromingsschakelaar (apparaten zonder
hydromodule)
BELANGRIJK: De waterdebietschakelaar van de unit moet
van stroom zijn voorzien, en de beveiliging van de
gekoeldwaterpomp moet zijn aangesloten. Als deze instructie
niet wordt nageleefd, vervalt de garantie van de fabrikant.
De stromingschakelaar wordt meegeleverd, gemonteerd op de
wateruittredeleiding van de verdamper en in de fabriek vooraf ingesteld
om af te slaan wanneer er onvoldoende waterdebiet is.
Op klemmen 34 en 35 moet ter plaatse de beveiliging van de
gekoeldwaterpomp worden aangesloten (hulpcontact voor het bedienen
van de pomp moet ter plaatse worden bedraad).
15
13
16
14