7.7
Registreren meetgegevens
De multimeter biedt de mogelijkheid om de meetgegevens een-
malig op te slaan door op een toets te drukken of gedurende lan-
gere perioden herhaaldelijk als meetreeks op te slaan.
De gegevens worden in een batterijgebufferd geheugen opgesla-
gen en blijven ook behouden als de multimeter wordt uitgescha-
keld. Het systeem registreert de meetwaarden hierbij relatief ten
opzichte van realtime.
Opmerking
Zodra het interne geheugen vol is, wordt het registreren
van de meetgegevens automatisch beëindigd.
Er worden geen meetgegevens overgeschreven. U moet
het geheugen leegmaken om verdere meetgegevens te
kunnen registreren (zie Blz. 23).
De opgeslagen meetgegevens kunnen via Bluetooth worden uit-
gelezen. Zie ook interfacegebruik hoofdst. 9 op blz. 56.
Om de huidige gegevens in de software op te slaan IZYTRONIQ
zie hoofdst. 7.6 op blz. 20.
7.7.1 Eenmalige (handmatige) opslag
Een gegevenswaarde wordt eenmaal opgeslagen als u de knop
STORE indrukt. Het opnametype moet worden ingesteld op "Data
Value".
➭ Druk op de toets MENU.
➭ Druk op de softkey General Setup.
➭ Kies met de cursor
➭ Gebruik de cursor
om naar het submenu te gaan.
➭ Gebruik de cursor
teren.
➭ Bevestig de gekozen parameter met de toets OK.
➭ Kies met de cursor
➭ Bevestig de wijziging met de toets OK. De invoercursor mar-
keert weer de volledige regel van de parameter.
> General Setup
MENU
Data Value
OK
3x
ESC
7.7.2 Meetreeks (automatische opslag)
Voor meetdatareeksen moet u eerst het opnametype op "Perio-
dic" zetten en een aantal basisparameters instellen, zoals de sam-
pling rate (bemonsteringsfrequentie).
Opmerking
Houd rekening met de beschikbare geheugenruimte bij
het maken van de instellingen! Zie Blz. 23.
Daarna kunt u op elk gewenst moment de geheugenfunctie en
vervolgens de meetfunctie starten.
Gossen Metrawatt GmbH
het menu Memory.
om de parameter Record Type te selec-
de parameter Data Value.
Memory
Record Type
Hier wordt eerst de algemene procedure beschreven; in de vol-
gende subhoofdstukken worden de betreffende parameters en
hun configuratie gedetailleerd beschreven.
➭ Activeer de terugkerende opname:
➭ Druk op de toets MENU.
➭ Druk op de softkey General Setup.
➭ Kies met de cursor
➭ Gebruik de cursor
➭ Gebruik de cursor
lecteren.
➭ Bevestig de gekozen parameter met de toets OK.
➭ Kies met de cursor
➭ Bevestig de wijziging met de toets OK. De invoercursor
markeert weer de volledige regel van de parameter.
➭ Stel de bemonsteringsfrequentie (sampling rate) in voor de ge-
heugenfunctie (zie Blz. 22).
➭ Stel de opnametijd in (zie Blz. 22).
➭ Stel een hysterese in voor efficiënt geheugengebruik (zie
Blz. 22).
➭ Stel indien gewenst een triggerfunctie in (zie Blz. 22).
➭ Maak indien gewenst een groep aan om de meetwaarden ge-
sorteerd te bewaren (zie Blz. 23).
➭ Controleer de huidige hoeveelheid gebruikt geheugen (zie
Blz. 23).
➭ Als u langdurige meetwaarderegistraties gaat verrichten, moet
u eerst de laadtoestand van de batterijmodule controleren, zie
Hoofdst. 5.1.
➭ Start de opname
➭ Druk op de toets MENU.
➭ Druk op de softkey General Setup.
➭ Kies met de cursor
➭ Gebruik de cursor
➭ Kies met de cursor
➭ Bevestig de gekozen parameter met de toets OK.
De instelling „Start" verandert in „Stop".
De volgende melding verschijnt: „Recording has started."
en een rood opnamesymbool "REC" verschijnt links van
de batterij-indicator.
➭ Druk driemaal op ESC om terug te keren naar de meet-
functie.
➭ Kies de gewenste meetfunctie en een zinvol meetbereik.
➭ Voer de meting uit.
➭ Stop de opname:
➭ Druk op de toets MENU.
➭ Druk op de softkey General Setup.
➭ Kies met de cursor
➭ Gebruik de cursor
➭ Kies met de cursor
➭ Bevestig de gekozen parameter met de toets OK.
De volgende melding verschijnt: "Recording has stopped".
Het rode opnamesymbool "REC" dooft.
➭ Druk driemaal op ESC om terug te keren naar de meet-
functie.
➭ U kunt het geheugengebruik ook beëindigen door de mul-
timeter uit te schakelen.
het menu Memory.
om naar het submenu te gaan.
om de parameter Record Type te se-
de parameter Periodic.
het menu Memory.
om naar het submenu te gaan.
de parameter Recording Start.
het menu Memory.
om naar het submenu te gaan.
de parameter Recording Stop.
21