Montagehandleiding ECblue Basic
4.6
Montage van axiaalventilatoren
•
Let op voldoende inschroeflengte in de motorflens.
•
Uitsteken van de schroeven is niet toegestaan en kan leiden tot aanlopen of blokkeren van de
rotor.
•
Elke schroef is weer verschillend. Het daarop afgestemde aanhaalmoment moet door
schroefpogingen worden bepaald.
•
Niet gespannen inbouwen. Montagevlakken moeten egaal zijn.
•
Bij een verticale motoras moet het eronder liggende condenswaterafvoergat geopend zijn.
•
Ventilator-aansluitkabel met kabelbindmiddelen of kabelbevestigingsbeugels bevestigen.
4.6.1
Ventilatoren bouwvorm A, D, K, S en W (zonder sproeiers)
Voor de bevestiging aan de vaststaande motorflens schroeven van sterkteklasse 8.8 resp. A2-70
(roestvrij staal) overeenkomstig EN ISO 4014 gebruiken en van geschikte schroefbeveiliging
voorzien.
Toelaatbare aanhaalmomenten M
Bouwgrootte van de motor
Draadgrootte
Sterkteklasse 8.8, wrijvingswaarde µges = 0,12
Roestvrij staal A2-70, wrijvingswaarde µges = 0,12
Inschroeflengte
Bij gebruik van schroeven met andere wrijfwaarden of vastheidsklassen kunnen afwijkende
aanhaalmomenten nodig zijn.
L-BAL-F052D-NL 2024 Index 009
A
(Speciale toepassing met
indeling in stappen van 5)
Er is een "minimumkopspleet" A2,5 van 2,5 mm op alle
inbouwplaatsen, in het bijzonder echter op inbouwplaats H
(motoras horizontaal), nodig. Spanning door oneffen on-
dergrond kan door aanlopen van het loopwiel tot uitval
van de ventilator leiden.
Art.-nr.
14/50
D
D
M6
M8
9,5 Nm
23 Nm
7 Nm
17 Nm
≥ 1,5 x d
≥ 1,5 x d
Montage
G
M10
40 Nm
33 Nm
≥ 1,5 x d