Inhoudsopgave
Advertenties
Montagehandleiding ECblue Basic
7.3
Remfunctie en gedrag bij draaiing door luchtstroom
Bij aanwezige netspanning, verleende vrijgave en een opgavesignaal via "0" is de toerentalregeling
actief, daardoor is het toerental ook bij lastschommelingen stabiel.
Wanneer de motor bij aanwezige netspanning niet wordt aangestuurd, d.w.z. zonder vrijgave of bij
aanwezige vrijgave met opgavesignaal "0", wordt de remfunctie actief om de motor tot de start vast te
zetten (vastzetremmen).
•
Wanneer de netspanning wordt ingeschakeld terwijl de ventilator achteruit draait (verkeerde
draairichting) wordt deze afgeremd en bij een opgavesignaal boven "0" in de correcte draairichting
gestart. Om de elektronica voor een te hoge remstroom te beschermen, is deze functie gedeeltelijk
(afhankelijk van de ventilator) slechts tot een bepaalde hoogte van het toerental mogelijk.
•
De remfunctie wordt ook actief om de ventilator tot stilstand te brengen wanneer deze in correcte
draairichting met een toerental onder 100 min
toerentallen boven 100 min
•
Bij een aandrijving in correcte draairichting en verleende vrijgave met een opgavesignaal boven "0"
wordt de motor gestart terwijl de ventilator draait.
Gedrag bij sterke aandrijving in achterwaartse richting (bijv. zuigkracht)
De remwerking bij aanwezige netspanning is begrensd, sterke achterwaarts werkende krachten
kunnen ondanks vastzetremmen tot een draaibeweging leiden.
Vanaf een bepaald niveau (afhankelijk van de ventilator) is het niet meer mogelijk de ventilator in de
correcte draairichting te starten (=> Melding: Fout motorstart). Er volgen nog meer startpogingen, als
de start slaagt, gaat de foutmelding uit.
Informatie
•
Netspanning niet uitschakelen opdat de remfunctie een draaiing van de ventilator in achterwaartse
(verkeerde) richting niet kan voorkomen en een veilige start mogelijk is.
•
Wanneer de toepassing een veilig starten na het inschakelen van de netspanning vereist, moet een
sterke luchtstroom (zuigwerking) in achterwaartse richting door geschikte maatregelen worden
voorkomen.
•
Er zijn speciale instellingen mogelijk, waardoor er afwijkingen tot de voorafgaande
functiebeschrijving kunnen zijn.
8 Servicewerkzaamheden
8.1
Onderhoud / Reparatie
Opgelet!
•
Neem voor werkzaamheden aan de ventilator in elk geval het hoofdstuk veiligheidsinstructies in
acht!
•
Voor werkzaamheden aan de ventilator moet deze van de spanning worden losgekoppeld en tegen
opnieuw inschakelen worden beveiligd!
•
Geen onderhoudswerkzaamheden bij lopende ventilator!
•
Reparatiewerkzaamheden alleen door opgeleid personeel laten uitvoeren.
•
Vastgestelde gebreken aan elektrische installaties / bouwgroepen / bedrijfsmiddelen moeten
onmiddellijk worden verholpen. Als er tot dan een acuut gevaar bestaat, mag het toestel /de
installatie in de gebrekkige toestand niet worden gebruikt.
•
Tijdens de handling veiligheidskleding/-schoenen en snijbestendige veiligheidshandschoenen
dragen!
•
Bij alle reparatie- en onderhoudswerkzaamheden de veiligheids- en arbeidsvoorschriften (EN 50
110, IEC 364 ) in acht nemen.
•
Zekeringen mogen alleen worden vervangen en niet gerepareerd of overbrugd worden. De
gegevens voor de maximale voorzekering moeten in elk geval in acht worden genomen (zie
Technische gegevens). Alleen de in het elektrische schakelschema geplande zekeringen inzetten.
•
Door gegenereerde werking kunnen gevaarlijke spanningen optreden (zie Veiligheidsinstructies)!
•
Houd de luchtwegen van de ventilator vrij - gevaar door naar buiten vliegende voorwerpen!
•
Let op een trillingvrije loop!
L-BAL-F052D-NL 2024 Index 009
-1
(zonder aansturing) wordt aangedreven. Bij
-1
grijpt de motorbesturing neit in.
Art.-nr.
39/50
Servicewerkzaamheden
Advertenties
Inhoudsopgave
