3.6
Controles tijdens het inbouwen
Tijdens het inbouwen dienen de volgende zaken voortdurend te worden gecontro-
leerd:
Machinefuncties
- balkverwarming
- Stamper en vibratie
- Motor- en hydraulische-olietemperatuur
- Bijtijds intrekken en uitschuiven van de balk voor hindernissen aan de buitenzijden
- Gelijkmatig mengseltransport en verdeling resp. mengselhoeveelheid voor de balk
en daarmee instelcorrecties van de mengselschakelaar voor transporteur en worm.
Bij machinefunctiestoringen, zie de paragraaf "Storingen".
Inbouwkwaliteit
- Inbouwdikte
- Dwarshelling
- Effenheid in de rijrichting en dwars op de rijrichting (controleren met lat van 4 m)
- Oppervlakstructuur/textuur achter de balk.
Bij onbevredigende inbouwkwaliteit, zie de paragraaf "Storingen, problemen bij het
inbouwen".
D 71