Hydraulische olietank (2.1)
Oliepeil controleren met de pijlstaaf (31).
Het oliepeil moet bij ingeschoven cilin-
ders tot de bovenste inkeping komen.
De olietankontluchting moet regelmatig
worden ontdaan van stof en vuil. Olie-
koeler-oppervlakken schoonmaken (zie
ook de gebruiksaanwijzing van de mo-
tor).
$
Uitsluitend aanbevolen hydraulische olie
gebruiken (zie paragraaf „Aanbevolen
hydraulische olie").
Hoofdfilter / retourfilter vervangen (2.2)
- Moeren (64) losdraaien.
- Deksel (65) verwijderen.
- Filter (66) verwijderen.
- Nieuw filter aanbrengen.
- Afdichtring (67) en O-ring (68) ver-
nieuwen.
- Deksel (65) weer aanbrengen.
- Deksel weer vastzetten met moeren
(64).
Olie verversen
- Zuigerstangen van de hydraulische ci-
linder inschuiven.
- Slang over de aftapschroef (79) schui-
ven en slanguiteinde in de opvangbak
leggen.
- Aftapschroef (79) losdraaien, niet geheel uitdraaien.
- Olie in de opvangbak laten lopen.
- Aftapschroef (79) weer vastdraaien en de slang verwijderen.
- Hydraulische olie in de vulopening (80) gieten tot de bovenste markering op de peil-
staaf is bereikt
Bij elke olieverversing moet ook het hoofdfilter worden vervangen (zie boven).
1
F0020.tif
3
4
6
8
Hydoilbe.tif
9
3
4
6
5
7
F 23