2
Verdeelworm
2.1
Hoogte-instelling
De hoogte van de verdeelworm (1) dient
- vanaf zijn onderkant gemeten - min. 50
mm (2 inch) boven de materiaalinbouw-
hoogte te liggen, afhankelijk van het ma-
teriaalmengsel.
Voorbeeld:
inbouwdikte 10 cm
instelling 15 cm vanaf
de grond
Een onjuiste hoogte-instelling kan leiden
tot de volgende inbouwproblemen:
- Worm te hoog:
- Onnodig veel materiaal voor de balk; materiaaloverstroming. Bij grotere werk-
breedten: neiging tot ontmenging en tractieproblemen.
- Worm te laag:
- Een te laag materiaalniveau, dat door de worm wordt voorgecomprimeerd. De hier-
door veroorzaakte oneffenheden kunnen niet meer volledig worden vlakgemaakt
door de balk (golfvorming).
- Bovendien neemt de slijtage van de wormsegmenten toe.
2.2
Bij mechanische instelling met ratel
- Ratelmeeneembout instellen op links-
of rechtsdraaiend. Meename naar
links beweegt de worm omlaag, naar
rechts wordt de worm omhoog gezet.
- De gewenste hoogte instellen door af-
wisselend de linker en de rechter zijde
te bedienen.
- De huidige hoogte kan worden afge-
lezen in cm of in inch op de schaal-
verdeling (1) (linkerkolom inches,
rechterkolom cm).
E 2
F0130_A1.TIF
Ratsche.TIF
Schnskal.TIF
1
1