nl Montagehandleiding
21.6 Inbouw onder een kookplaat
Wordt het apparaat onder een kookplaat ingebouwd,
dan moeten de minimale afmetingen in acht worden
genomen, eventueel inclusief onderbouw.
Op basis van de vereiste minimale afstand
minimale dikte van het werkblad berekend
Type kookplaat
opbouw
in mm
Inductiekookplaat 40
Zoneloze induc-
50
tiekookplaat
Gaskookplaat
30
Elektrische kook-
30
plaat
1
Afwijkende nationale inbouwvoorschriften van de
kookplaat in acht nemen.
De montagehandleiding van de kookplaat in acht ne-
men.
21.7 Inbouw in een hoge kast
Neem de inbouwafmetingen en de veiligheidsafstanden
in de hoge kast in acht.
Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat die-
nen de tussenschotten te beschikken over een ventila-
tie-opening.
Wanneer de bovenkast naast de element-achterwan-
den nog een achterwand heeft, dient deze verwijderd
te worden.
Het apparaat niet te hoog inbouwen, zodat de acces-
soires er zonder probleem uitgenomen kunnen worden.
128
wordt de
.
vlak ge-
in
monteerd in
mm
mm
41
5
51
5
1
41
5
33
2
21.8 Inbouw van twee apparaten boven
elkaar
Uw apparaat kan ook boven of onder een ander appa-
raat worden ingebouwd. Neem de inbouwmaten en de
inbouwvoorschriften bij de inbouw boven elkaar in acht.
Met het oog op de luchttoevoer van de apparaten die-
nen de tussenschotten te beschikken over een ventila-
tieopening.
Om voldoende ventilatie van de apparaten te waarbor-
gen, is een ventilatieopening van minimaal 200 cm² in
de plint noodzakelijk. Hiervoor de sokkelplaat bijsnijden
of een ventilatierooster aanbrengen.
Let erop dat de luchtcirculatie volgens de tekening is
gewaarborgd.
Apparaten niet te hoog inbouwen, zodat het toebeho-
ren er zonder probleem uitgenomen kan worden.
21.9 Combinatie met een warmhoudlade
Eerst de warmhoudlade inbouwen. Houd het het instal-
latievoorschrift van de warmhoudlade aan.
Het apparaat op de warmhoudlade in de inbouwkast
schuiven. Beschadig de plaat van de warmhoudlade
niet bij het inschuiven.