Inhoudsopgave
Advertenties
Aanvullende werkzaamheden uitvoeren
9
Aanvullende werkzaamheden uitvoeren
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de
voelerstroom kan meten en de dichtheid aan
stookgaszijde kan controleren.
9.1
Voelerstroom meten
De voelerstroom kan gecontroleerd worden met een
adapter voor UV-stroommeting (toebehoren,
afb. 59, pos. 2) evenals een gelijkstroom-meetapparaat
(afb. 59, pos. 1) met maximaal 5 kΩ interne weerstand.
De voelerstroom moeten tijdens werking ten minste
80 µA (zonder vlam < 5 µA) bedragen.
Wanneer de voelerstroom kleiner is dan 80 µA, moet u
de fotocel reinigen en de opening naar de
verbrandingsruimte controleren.
Trek de fotocel bij draaiende brander aan de
daarvoor bestemde greep uit de houder.
Controleer bij de opening of de vlam zichtbaar is.
Reinig de fotocel met een zachte doek.
Steek de fotocel weer op zijn plaats.
9.2
Brander in een generator voor warme
lucht plaatsen
De brander kan met een generator voor warme lucht
gecombineerd worden. Daarvoor is er conform
DIN 4794 een speciale branderautomaat (LOA 44)
vereist.
De branderautomaat (LOA 44) kan gebruikt worden
voor omgevingstemperaturen tot -20 °C en heeft een
verlengde voorverluchtingstijd van 25 seconden.
Voor inbouw van een brander in een generator voor
warme lucht moet de branderautomaat LMO door een
branderautomaat LOA 44 vervangen worden
(afb. 60, pos. 1).
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
De branderautomaat LOA 44 heeft voor
de werking een voelerstroom van ten
minste 58 µA (zonder vlam < 5,5 µA)
nodig.
De branderautomaat LOA 44 is
verkrijgbaar als toebehoren.
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift Blauwevlambrander Logatop BE-A K • Uitgave 01/2006
Brander-
automaat
Afb. 59 Schakelschema en voelerstroommeting uitvoeren
1
Afb. 60 Branderautomaat LMO of LOA 44
9
1
2
43
Advertenties
Inhoudsopgave
