10
Installatie voor olietoevoer berekenen
10.4 Dichtheid van de aanzuigleiding
controleren
De dichtheid van de aanzuigleiding kan met een
vacuümmeter en een 1 m lange transparante slang
d
= 12 mm (toebehoren) gemeten worden.
a
Monteer de transparante slang (afb. 65, pos. 1) in de
aanzuigleiding achter de oliefilter (afb. 65, pos. 2).
Bind een lus van de transparante slang omhoog,
zoals op de tekening (afb. 65).
Start de brander en laat hem ten minste 3 minuten
draaien.
Schakel de brander uit.
Visuele controle van de zich ophopende hoeveelheid
lucht (afb. 65, loep A en B).
Wanneer er zich enkel een geringe hoeveelheid lucht op
het hoogste punt van de slang (afb. 65, loep A)
verzamelt, is de olieleiding voldoende afgedicht.
Wanneer er zich grotere luchtbellen (afb. 65, loep B)
vormen, is er een ondichtheid aan de aanzuigleiding en /
of aan de aansluitingen.
10.5 Antihevelklep
Bij gebruik van een vacuümgestuurde antihevelklep
(bijv. membraanklep of zuigerklep) wordt de onderdruk
aan de aanzuigzijde bij de oliebranderpomp verhoogd.
Daarom kan de grens van 0,4 bar vaak niet
aangehouden worden.
Om die reden raden wij u aan elektromagnetische
antihevelkleppen (stroomloos gesloten) te gebruiken.
Voor de elektrische aansluiting is een geschikte adapter
als toebehoren verkrijgbaar.
50
Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift Blauwevlambrander Logatop BE-A K • Uitgave 01/2006
B
Afb. 65 Transparante slang omhoogbinden
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
A
1
2