Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening; Inbedrijfstelling; Dweilmodus (Afb. 4A) - EINHELL GE-DP 7535 N LL ECO Originele Handleiding

Vuilwater/overstromingsset
Verberg thumbnails Zie ook voor GE-DP 7535 N LL ECO:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 72
de universele slangaansluiting (afb. 1/pos. 1)
moet deze zoals te zien in afbeelding 3 tot aan
de gebruikte aansluiting worden ingekort, om de
pompcapaciteit niet onnodig te reduceren. Flexi-
bele slangleidingen moeten met een slangklem
(niet meegeleverd) worden bevestigd aan de uni-
versele slangaansluiting.
De terugslagklep (afb. 3/pos. 7) verhindert het
terugstromen van het water in de slang bij het uit-
schakelen van de pomp. Gebruik van de terugs-
lagklep verlaagt het maximale debiet.
Snelkoppeling (afb. 1/3 / pos. 2)
Om de drukslang snel en gemakkelijk los te kop-
pelen van de pomp, moet u op de ontgrendelknop
(afb. 3/pos. A) drukken.
Aansluiting met snelkoppeling (afb. 3b/3c)
Om de weefselslang snel en eenvoudig op de
pomp aan te sluiten, moet de snelkoppeling met
schroefdraad (10) op de slangaansluiting (9) wor-
den gemonteerd.
Door rechtsom draaien kan de weefselslang (11)
met de snelkoppeling op de pomp worden aan-
gesloten. Controleer nu of alle schroefverbindin-
gen correct zijn aangesloten (zie afb. 3c). Om de
weefselslang los te koppelen van de pomp moet
de snelkoppeling linksom worden gedraaid.
Opgelet!
Bij de installatie moet u er rekening mee houden
dat het apparaat nooit vrij hangend aan de
drukleiding of aan de stroomkabel mag worden
gemonteerd. Het apparaat moet aan het daarvoor
bedoelde handvat of het ophangoog worden
opgehangen of op de schachtbodem worden
gezet. Om een juiste werking van het apparaat
te garanderen moet de schachtbodem steeds
vrij zijn van modder of andere verontreinigingen.
Bij een te laag waterpeil kan de modder in de
schacht snel droog worden en het starten van het
apparaat beletten. Daarom is het noodzakelijk het
apparaat regelmatig te controleren (startpogingen
uitvoeren).
5.2. Netaansluiting
Het door u gekochte apparaat is al voorzien van
een veiligheidsstekker. Het apparaat is bedoeld
om op een stopcontact met aardlekbeveiliging en
220-240 V wisselstroom 50 Hz te worden aan-
gesloten. Overtuig u ervan dat het stopcontact
voldoende beveiligd is (min. 6 A) en helemaal in
orde is. Steek de netstekker in het stopcontact en
het apparaat is meteen klaar voor gebruik.
Anl_GE_DP_7535_N_LL_ECO_Flutset_SPK13.indb 75
Anl_GE_DP_7535_N_LL_ECO_Flutset_SPK13.indb 75
NL

6. Bediening

6.1 Inbedrijfstelling

Als u de installatie- en gebruiksinstructies
nauwkeurig hebt gelezen, dan kunt u het ap-
paraat in gebruik nemen mits u de volgende pun-
ten in acht neemt:
Overtuig u ervan dat het apparaat veilig is
geplaatst.
Controleer of de drukleiding zoals voorge-
schreven is aangebracht.
Overtuig u ervan dat het apparaat op 220-240
V ~ 50 Hz is aangesloten.
Controleer of het elektrische stopcontact he-
lemaal in orde is.
Overtuig u ervan dat er nooit vocht of water
bij de netaansluiting kan komen.
Vermijd het drooglopen van het apparaat.
Afstellen van het AAN/UIT-schakelpunt:
Het in- of uitschakelpunt van de vlotterschakelaar
kan worden afgesteld door verandering van de
vlotterschakelaar in de vergrendeling (fi g. 1,
pos. 8).
De vlotterschakelaar moet zodanig worden
aangebracht dat de schakelpunthoogte: AAN
en de schakelpunthoogte: UIT gemakkelijk en
met geringe lichamelijke inspanning kan wor-
den bereikt. Controleer dit door het toestel in
een met water gevuld reservoir te plaatsen en
de vlotterschakelaar met de hand voorzich-
tig op te tillen en daarna terug te verlagen.
Daarbij kunt u zien of het toestel wordt in- of
uitgeschakeld.
Let wel dat de afstand tussen de kop van de
vlotterschakelaar en de kabelhouder niet klei-
ner is dan 10 cm. Bij een te geringe afstand
is de perfecte werking van het toestel niet
verzekerd (fig. 5).
Let bij het afstellen van de vlotterschakelaar
erop dat de vlotterschakelaar voor het uit-
schakelen van het toestel niet de bodem
raakt. LET OP! Gevaar voor drooglopen.
6.2 Dweilmodus en vuilwatermodus (afb. 4)

6.2.1 Dweilmodus (afb. 4a)

Draai het apparaat linksom en druk het om-
laag tot de bodem.
In de dweilmodus kan het water tot op 1 mm
worden afgezogen.
Bij afzuigen in dweilmodus kan alleen schoon
water worden afgezogen.
- 75 -
28.10.2024 14:09:54
28.10.2024 14:09:54

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

41.815.1521014

Inhoudsopgave