1. Aftakasschakelaar
Aftakas uitschakelen
Om de aftakas uit te schakelen, zet u de
aftakasschakelaar op UIT.
Maaihoogte instellen
De maaihoogte kan worden ingesteld van 2,5 tot
15,8 cm in stappen van 6 mm door de aanslagpen in
verschillende openingen te plaatsen.
1. Laat de motor lopen, druk de hefschakelaar
naar achteren totdat het maaidek volledig
is opgeheven, en laat de schakelaar dan
onmiddellijk los
2. Draai de aanslagpen totdat de stomp ervan op
één lijn staat met de gleuven in de openingen in
de maaihoogtebeugel, en verwijder deze
26).
3. Kies de opening in de maaihoogtebeugel
die correspondeert met de gewenste
maaihoogtestand, en steek de pen daarin
(Figuur
26).
Opmerking:
Er zijn 4 rijen met openingen
(Figuur
26). In de bovenste rij vindt u de
maaihoogte die staat aangegeven boven de
pen. De tweede rij is voor de aangegeven
maaihoogte plus 6 mm. De derde rij is voor
de aangegeven maaihoogte plus 12 mm. De
onderste rij is voor de aangegeven maaihoogte
plus 18 mm. Voor de stand van 15,8 cm is er
slechts 1 opening, die zich in de tweede rij
bevindt. Hiermee wordt de stand van 15,8 cm
niet verhoogd met 6 mm.
Figuur 25
(Figuur
26).
g014178
1. Aanslagpen
4. Stel de antiscalpeerrollen en glijders naar wens
af.
De besturingsmodus
selecteren
Alleen machines met
vierwielaandrijving
Voor de beste maaiprestatie en minimale schade aan
het gras moet u de machine altijd met vierwielbesturing
gebruiken. U kunt de machine overschakelen op
tweewielbesturing voor transport op wegen en paden.
(Figuur
1. Schakelaar voor besturingsselectie
31
Figuur 26
Figuur 27
g014263
g014390