gevoeliger is voor ziekten. Controleer elke dag of
de maaimessen scherp zijn en of ze versleten of
beschadigd zijn. Slijp de messen indien dit nodig is.
Als een mes beschadigd of versleten is, moet u het
onmiddellijk vervangen door een origineel Toro-mes.
Zie
Onderhoud van maaimessen (bladz.
Na gebruik
Veiligheid na het werk
•
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden,
de geluiddempers en het motorcompartiment
om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en
brandstof op.
•
Als de maaidekken in de transportstand
staan, breng dan een positieve mechanische
vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u
de machine onbeheerd achterlaat.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte stalt.
•
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten
voordat u de machine stalt of transporteert.
•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen van de
machine in goede staat verkeren en alle
bevestigingselementen stevig vastzitten, in het
bijzonder de bevestigingen van maaimessen.
•
Vervang versleten of beschadigde stickers.
Machine met de hand
duwen
Als de machine stilvalt of afslaat wegens
brandstofgebrek moet u de machine mogelijk
duwen. Dan moet u eerst de beide hydraulische
omloopkleppen openen.
Belangrijk:
Duw de machine altijd met de hand
en nooit over lange afstanden. Sleep de machine
nooit; dit kan schade aan het hydraulische
systeem veroorzaken.
De machine duwen
1. Schakel de aftakas uit, draai het sleuteltje op
U
en stel de parkeerrem in werking.
IT
2. Verwijder de sleutel uit de contactschakelaar. U
moet de beide hydraulische omloopkleppen
openen.
3. Til de stoel omhoog.
4. Draai de omloopkleppen 1 slag naar links
(Figuur
Opmerking:
vloeistof langs de pomp worden geleid zodat de
wielen kunnen draaien.
32).
Belangrijk:
meer dan 1 slag. Dit voorkomt dat de kleppen
uit de behuizing vallen en de vloeistof naar
buiten stroomt.
5. Zet de parkeerrem vrij voordat u de machine
gaat duwen.
Machine in bedrijf stellen
1. Draai de omloopkleppen 1 slag naar rechts en
draai ze met de hand vast
Opmerking:
vast.
2. Draai de kleppen vast met een torsie van
ongeveer 8 N·m; zie
Opmerking:
omloopkleppen zijn ingedraaid.
1. Omleidingskleppen
De machine transporteren
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij
het laden van de machine op een aanhanger of
vrachtwagen.
•
Zet de machine goed vast met spanbanden,
kettingen, kabels of touwen. Zowel de voorste als
de achterste spanband moet naar beneden en
naar de buitenkant van de machine lopen.
33
28).
Hierdoor kan de hydraulische
Draai de omloopkleppen niet
(Figuur
Draai de omloopkleppen niet te
Figuur
28.
De machine rijdt alleen als de
Figuur 28
28).
g014270