Vullen
Pos. Beschrijving
1
Hoog niveau
2
Stopniveau
3
Startniveau P1: inschakelniveau van pomp 1
4
Niet in gebruik
5
Droogloopniveau
In de vultoepassing wordt de pomp geïnstalleerd
in een tank of put waar de vloeistof uit kan
worden gepompt. De vloeistof wordt in een tweede
tank gepompt waarin de niveausensoren zijn
geïnstalleerd.
De pomp begint de tweede tank te vullen wanneer
Startniveau P1 wordt bereikt.
De pomp wordt uitgeschakeld wanneer het
vloeistofniveau Stopniveau bereikt.
Als de pomp om welke reden dan ook niet wordt
uitgeschakeld bij Stopniveau en het vloeistofniveau
blijft stijgen, geeft de sensor voor Hoog niveau dit
uiteindelijk aan. Indien ingesteld, kan het signaal van
de sensor voor Hoog niveau worden gebruikt om
een relaisuitgang te activeren die vervolgens kan
worden gebruikt om een visueel of akoestisch alarm
af te geven of een signaal te verzenden naar een
SCADA-systeem via een communicatie-interface.
Als de pomp werkt en het vloeistofniveau in de
tank daalt tot onder het droogloopniveau, schakelt
de droogloopbeveiliging de pomp uit om ervoor te
zorgen dat deze niet beschadigd raakt.
Gerelateerde informatie
8.1 Instelling van het toepassingstype met Grundfos
GO Remote
8.15.1 Automatisch bedrijf
2.5 Klemmen
1
2
3
4
5
1
2
Pos. Beschrijving
1
Contactor voor pomp 1
2
Niet in gebruik
3
Klemmenblok voor voeding
Klemmenblok voor temperatuur- en
4
vochtbeschermingssensor voor pomp 1
5
Niet in gebruik
6
Alarm 1
7
Alarm 2
8
Analoge en digitale ingangen en uitgangen.
1
2
DIO1 GND DIO2 GND
9
10
CIO1 GND CIO2 GND 24V
Maak verbinding met Grundfos GO Remote om te
zien welke opties beschikbaar zijn voor de ingangs-
en uitgangsklemmen.
3
4 5
6
7
8
3
4
5
6
7
8
DI1
GND
DI2
GND
11
12
13
14
15
16
GND 24V
GND
7