Type
Toepassingsconsistent
8. Optioneel: Slimme snapshots inschakelen.
Als deze optie is ingeschakeld, maakt QTS alleen een snapshot als de gegevens in het volume of de
LUN werden gewijzigd nadat de laatste snapshot werd gemaakt.
9. Optioneel: Geef een beschrijving op.
De beschrijving helpt u om de snapshot te herkennen.
10. Klik op OK.
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
11. Klik op OK.
QTS start met het maken van snapshots overeenkomstig het schema.
Momentopname beheren
Een bewaarbeleid voor snapshots configureren
Het bewaarbeleid voor snapshots bepaalt hoe lang QTS elke snapshot van een volume of LUN bewaart
voordat deze wordt verwijderd. Elk volume en elke LUN heeft zijn eigen bewaarbeleid voor snapshots.
Belangrijk
Nadat u een bewaarbeleid voor snapshots hebt gemaakt of gewijzigd, past QTS het
nieuwe beleid toe op bestaande snapshots. Als het nieuwe beleid strenger is dan het
vorige beleid en bijvoorbeeld verandert van Bewaren gedurende: 5 dagen naar
Bewaren gedurende: 2 dagen zal QTS bestaande snapshots verwijderen om aan het
nieuwe beleid te voldoen.
1. Ga naar Opslag en snapshots > Opslag > Opslag/snapshots.
2. Selecteer een thick volume, thin volume of LUN.
3. Klik op Snapshot en selecteer daarna Snapshots beheren.
Het venster Snapshots beheren wordt geopend.
4. Klik op Snapshot plannen.
Het venster Snapshot-instellingen wordt geopend.
5. Klik op Behoud van snapshots.
6. Selecteer een bewaarbeleid voor snapshots.
De snapshot registreert de staat van de gegevens en toepassingen op de
LUN. De iSCSI-host verplaatst geheugen naar de LUN voordat QTS een
snapshot maakt. Als vMware vCenter de LUN gebruikt, maakt vCenter een
snapshot van de virtuele machine.
Belangrijk
Deze optie is alleen beschikbaar voor VMware vCenter
of voor toepassingen die compatibel zijn met Volume
Shadow Copy Service (VSS) en op een Windows-server
worden uitgevoerd. U moet QNAP Snapshot Agent op de
iSCSI-initiator installeren.
QTS 5.0.x Gebruikershandleiding
Beschrijving
Opslag en snapshots
290