5. Selecteer minimaal een adapter.
6. Optioneel: Selecteer Spanning Tree-protocol inschakelen.
Tip
Als deze instelling wordt ingeschakeld, worden lussen voorkomen.
7. Klik op Volgende.
8. Configureer het IP-adres van de virtuele switch.
Type adres
DHCP-client
Statisch IP-adres
Geen IP-adressen toewijzen
9. Klik op Volgende.
10. Configureer de services de virtuele switch.
a. Schakel de NAT-service in.
Belangrijk
• De virtuele switch moet zijn geconfigureerd met een statisch IP-adres. Het IP-adres kan niet
behoren tot het subnet van een aansluiting die al wordt gebruikt.
• Het IP-adres van de virtuele switch kan zich niet bevinden in een gereserveerd bereik dat
geen forwarding ondersteunt:
• 127.xxx.xxx.xxx
• 169.254.xxx.xxx
• 192.0.2.xxx
• 198.51.100.xxx
• 203.0.113.xxx
b. Optioneel: Schakel de DHCP-server n.
Belangrijk
• De virtuele switch moet zijn geconfigureerd met een statisch IP-adres. Het IP-adres kan niet
behoren tot het subnet van een aansluiting die al wordt gebruikt.
Wijst een dynamisch IP-adres toe aan de virtuele switch.
Wijst een statisch IP-adres toe aan de virtuele switch.
Tip
Controleer uw netwerkconfiguratie voor informatie
over hoe u deze instellingen het beste kunt
configureren.
Wijst geen IP-adres toe aan de virtuele switch nadat deze is gemaakt.
Tip
Deze instelling moet worden gebruikt als u een
virtuele switch voor speciale doeleinden maakt, zoals
wanneer u een extern of geïsoleerd netwerk maakt.
QTS 5.0.x Gebruikershandleiding
Beschrijving
Netwerk en virtuele switch
394