Fase
Fase 2: Vanaf het einde van de
opgegeven wachttijd totdat de
UPS geen vermogen meer heeft.
Fase 3: Vanaf het moment dat
de UPS geen vermogen meer
heeft totdat de voeding weer
beschikbaar is.
UPS-gebeurtenissen en overeenkomend gedrag van NAS
De Uninterruptible Power Supply (UPS)-gebeurtenissen die door de NAS worden afgehandeld tijdens
stroomuitval, zijn onder meer OnLine (OL), OnBattery (OB), OnSmartBoost (OSB), OFF (OFF) en
OnBatteryTest (OBT). Afhankelijk van de gedetecteerde UPS-status en uw geconfigureerde instellingen voor
stroomuitval voert de NAS een automatische modus voor beveiliging of uitschakeling uit. In de volgende
tabel staan de gebeurtenissen en het bijbehorende NAS-gedrag.
UPS-
gebeurtenis
OnLine (OL)
De UPS werkt normaal.
OnSmartBoost
De UPS werkt in de slimme
(OSB)
boostmodus.
OnBatteryTest
De UPS staat in accutestmodus.
(OBT)
OnBattery (OB)
De UPS werkt op de back-upaccu.
OFF (OFF)
De UPS staat uit.
De UPS-instellingen configureren
1. Ga naar Configuratiescherm > Systeem > Extern apparaat > UPS.
2. Selecteer een van de volgende opties en configureer de instellingen.
Scenario
Als de voeding niet beschikbaar
komt en de NAS in
zelfbeschermingsmodus is.
De voeding komt niet beschikbaar
en de NAS wordt uitgezet.
De voeding komt weer
beschikbaar en de NAS is in
zelfbeschermingsmodus.
De voeding komt weer
beschikbaar en de NAS wordt
aangezet.
Als de voeding niet beschikbaar
komt en de NAS in
zelfbeschermingsmodus is.
De voeding komt niet beschikbaar
en de NAS wordt uitgezet.
De voeding is weer beschikbaar.
Definitie
De NAS beëindigt alle
actieve services. Alle gedeelde
mappen en iSCSI-LUN's worden
ontoegankelijk.
De NAS blijft uit staan.
De NAS wordt weer opgestart en
komt in de vorige status.
De NAS blijft uit staan.
De NAS wordt uitgezet.
De NAS blijft uit staan.
De NAS past de opgegeven
instellingen voor herstel van
voeding toe.
NAS-status
Normaal
Geen
Normaal
Geen
Normaal
Geen
Abnormaal
De NAS gaat in automatische
beveiliging of wordt
uitgeschakeld.
Abnormaal
De NAS wordt uitgezet.
QTS 5.0.x Gebruikershandleiding
Gedrag NAS
NAS-actie
Systeeminstellingen
56