8
Inspectie en onderhoud
8.3.5
CV-ketel nat reinigen
Gebruik bij de chemische reiniging een reinigingsmiddel
dat aan de graad van vervuiling is aangepast.
Ga bij een natte reiniging op dezelfde manier te werk,
als voor de reiniging met de reinigingsborstel
(
hoofdstuk 8.3, pagina 42).
Gevaar: Vergiftigingsgevaar door uittreden-
de gassen.
Wanneer rookgascollector en reinigingspro-
cedure niet correct zijn afgesloten, kunnen
tijdens bedrijf rookgassen ontsnappen.
V Rookgascollector met reinigingsdeksel en
de reinigingsafvoer met afsluitkap zorgvul-
dig sluiten.
V Neem bij de natte reiniging (chemische
reiniging) goed nota van het bedienings-
voorschrift van het reinigingstoestel en van
het reinigingsmiddel.
Onder bepaalde omstandigheden moet
de natte reiniging afwijkend van de hier be-
schreven procedure worden uitgevoerd.
Vloeibare reinigingsresidu's kunnen afgevoerd worden
langs de reinigingsafvoer van de rookgasverzamelaar.
Voorzichtig: Schade aan de installatie door
vocht in het regeltoestel.
Als er vocht binnendringt in het regeltoestel,
wordt dat beschadigd. Er mag geen sproei-
nevel binnendringen in het regeltoestel!
V Reinigingsmiddel alleen op de verwar-
mingsoppervlakken van de rookgaskana-
len en de verbrandingsruimte sproeien.
V Kies het reinigingsmiddel overeenkomstig de soort ver-
vuiling (roet- of korstvorming).
V Dek het regeltoestel af met folie; er mag geen sproei-
nevel in het regeltoestel binnendringen.
V Rookgaskanalen gelijkmatig met het reinigingsmiddel
insproeien.
V CV-ketel tot een ketelwatertemperatuur van minimaal
70 °C opwarmen.
V Doorborstel de nageschakelde rookgaskanalen.
V Afsluitkap van de reinigingsafvoer [1] verwijderen
V Laat de verzamelde vloeistof weglopen.
V Reinigingsafvoer [2] weer met de afsluitkap [1] afslui-
ten.
46
Logano SK645 / SK745 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
1
Afb. 40 Reinigingsafvoer openen/sluiten
1
Afsluitkap van de reinigingsafvoer
2
Reinigingsafvoer
2
6 720 615 362-40.1SL